3.3.3Bewijsmotivering
Modus operandi
In maart 2022 is de politie een onderzoek gestart onder de naam Zion. Dit onderzoek richtte zich op een aanzienlijk aantal aangiften van een specifieke vorm van oplichting, die ook wel wordt aangeduid met de term bankhelpdeskfraude. Uit de aangiften in het dossier komt een beeld naar voren van een in grote lijnen telkens gelijke modus operandi, die zich in het kort als volgt laat omschrijven. De beoogde slachtoffers, die veelal op leeftijd waren, werden gebeld door een persoon die zich voordeed als medewerker van de fraudehelpdesk van de bank (meestal de Rabobank). De zogenaamde bankmedewerker (die zich in meerdere gevallen van de naam [naam medewerker] bediende) vertelde het slachtoffer dat er een verdachte transactie dreigde plaats te vinden waarbij geld van de rekening van het slachtoffer zou worden overgemaakt naar een (Spaanse) rekening, al dan niet in verband met een vakantie. Daarbij werd dikwijls de naam [naam begunstigde 1] genoemd. Om dit te voorkomen, moest het slachtoffer het programma Anydesk installeren, waarmee de computer of een ander apparaat van het slachtoffer door een van de daders op afstand kon worden overgenomen. Vervolgens moest het slachtoffer inloggen in zijn internetbankierenomgeving en, ofwel door op een toegestuurde link te klikken ofwel door een klaarstaande betaalopdracht te accorderen, een bedrag (veelal 999 euro of een veelvoud daarvan) overboeken, zogenaamd om dit geld op deze manier veilig te stellen. In meerdere gevallen ging het geld naar een Paypal-account in Duitsland.
Medeplegen/dadergroep
De geschetste werkwijze impliceert een aanzienlijke mate van organisatie, structuur en taakverdeling. Verschillende daders verrichten verschillende handelingen, die elkaar opvolgen of simultaan plaatsvinden en die moeten zijn afgestemd om het gemeenschappelijke doel te bereiken. Terwijl de ene dader met het slachtoffer belde en aan de praat hield, was een ander tegelijkertijd bezig om op afstand de internetbankierenomgeving te manipuleren. De medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) heeft verklaard dat zij één van de personen was die de slachtoffers belde. Zij verklaarde verder dat zij nooit de enige was die belde en dat degene die ervoor zorgde dat het geld werd afgeschreven zich in dezelfde ruimte bevond als zijzelf. Tezamen met andere opsporingsresultaten zijn daarmee voldoende aanwijzingen dat er naast [medeverdachte] en de verdachte [verdachte] (hierna: [verdachte] ) nog meer daders betrokken waren. Er was met andere woorden sprake van een dadergroep, die zich in de ten laste gelegde periode bezighield met het oplichten van slachtoffers door middel van bankhelpdeskfraude. Binnen deze dadergroep werd nauw en bewust samengewerkt. Elk van de deelnemers vervulde binnen de geschetste modus operandi een onmisbare rol, die een wezenlijke en essentiële bijdrage vormde aan het uiteindelijke doel: zoveel mogelijk geld buitmaken. Hierna zal de rechtbank nader motiveren waarom zij van oordeel is dat wettig en overtuigend bewezen is dat zowel [medeverdachte] als [verdachte] betrokken waren bij de in de tenlastelegging genoemde aangevers (met uitzondering van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en – voor feit 2 en 3 – [slachtoffer 5] ). De rechtbank concludeert dat in die gevallen [medeverdachte] en [verdachte] elk moeten worden aangemerkt als medepleger van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. Het antwoord op de vraag welke verdachte welke aangever heeft gebeld of diens computer heeft overgenomen, is daarom niet van belang.
Koppeling tussen verdachten en in beslag genomen gegevensdragers
Op 13 april 2022 is de politie binnengevallen in de woning van [medeverdachte] aan de [adres medeverdachte] in [woonplaats medeverdachte] . Daar waren op dat moment onder andere [medeverdachte] en [verdachte] aanwezig. Tevens werd in de woning een groot aantal gegevensdragers in beslag genomen. Van belang zijn met name:
- een laptop van het merk Acer, aangetroffen in de woonkamer op de eettafel, beslagcode [beslagnummer] .07.01.006 (hierna: de Acer laptop);
- een laptop van het merk HP, aangetroffen in de woonkamer op de eettafel, beslagcode [beslagnummer] .07.01.007 (hierna: de HP laptop);
- een blauwe telefoon van het merk Oppo, aangetroffen in de woonkamer op het bankstel, beslagcode [beslagnummer] .07.02.008 (hierna de Oppo telefoon);
- een zwarte telefoon van het merk Xiaomi, aangetroffen in de woonkamer op het bankstel, beslagcode [beslagnummer] .07.02.002 (hierna de Xiaomi telefoon);
- een iPhone 6, aangetroffen in de fouillering van [verdachte] , beslagcode [beslagnummer] .03.04.001 (hierna: de iPhone 6);
- een iPhone XR, aangetroffen in de fouillering van [verdachte] , beslagcode [beslagnummer] .03.04.002 (hierna: de iPhone XR);
- een iPhone 12, aangetroffen in de fouillering van [verdachte] , beslagcode [beslagnummer] .03.04.003 (hierna: de iPhone 12);
- een telefoon van het merk Samsung J3, aangetroffen in de woonkamer op het dressoir, beslagcode [beslagnummer] .07.04.002 (hierna: de hotspot-telefoon).
Naar het oordeel van de rechtbank kan [verdachte] aangemerkt worden als gebruiker van de Acer laptop en de HP laptop die op 13 april 2022 ontgrendeld en actief werden aangetroffen op de eettafel in de woonkamer. Daartoe is in de eerste plaats van belang de verklaring van de getuige [getuige 1] , die ten tijde van de politie-inval in de woning aanwezig was. Zij heeft verklaard dat zij heeft gezien dat ‘die jongen’ (waarmee zij evident [verdachte] bedoelt) de twee laptops op de eetkamertafel in de woonkamer gebruikte (dossierpagina 738). Getuige [getuige 1] heeft deze verklaring in aanwezigheid van haar advocaat afgelegd en ondertekend. Daar komt bij dat door een observatieteam is gezien dat [verdachte] op 13 april 2022 omstreeks 10.30 uur het portiek van de [adres medeverdachte] in Groningen binnenging, terwijl de eerste actie met de Acer laptop die dag om 10.31 uur heeft plaatsgevonden. Dit betrof het opstarten van het programma Anydesk (dossierpagina 233 e.v.). In de Acer laptop werd hiernaast bij een zoekactie het emailadres [emailnaam1] @live.nl aangetroffen (dossierpagina 162).
Voor de HP laptop geldt dat deze op 13 april 2022 is opgestart om 10.46 uur (dossierpagina 241). In de HP laptop werden hiernaast in de map ‘Downloads’ bestanden gevonden onder de naam ‘Rabo’ en ‘Baro’, waarmee vermoedelijk de Rabobank bedoeld wordt (dossierpagina 241 e.v.). In een chat in de iPhone 12, welke hieronder ook aan [verdachte] wordt toegedicht, wordt onder meer gestuurd: ‘Ai stuur me morgen wat test maar wel echt specifiek Baro party en die leeftijd kan ook 1945-1955.’ (dossierpagina 490).
De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] eveneens aangemerkt kan worden als de gebruiker van alle drie genoemde iPhones. Daartoe is in de eerste plaats redengevend dat [verdachte] deze telefoons bij zich had op het moment dat hij in de woning van [medeverdachte] werd aangehouden en gefouilleerd.
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat de iPhone XR van hem was. In de iPhone XR waren user accounts aanwezig, waarbij onder meer gebruik werd gemaakt van de emailadressen [emailnaam 2] @icloud.com, [emailnaam 3] @icloud.com, [emailnaam 4] @qmail.com en [emailnaam1] @live.nl (dossierpagina 348). Deze emailadressen wijzen ondubbelzinnig naar [verdachte] als gebruiker van dit toestel. Uit het dossier blijkt dat de artiestennaam van [verdachte] [naam 4] is. Bovendien is in deze telefoon een factuur van de Mediamarkt aangetroffen op naam van [verdachte] .
De verdachte heeft ter zitting verklaard dat belastende gegevens op zijn iPhone XR, zoals filmpjes en foto’s die te koppelen zijn aan verschillende slachtoffers (zie hieronder), daar alleen op zijn gekomen omdat hij deze foto’s en filmpjes zou hebben ontvangen van anderen in een whatsappgroep waarna deze foto’s en video’s automatisch zouden zijn opgeslagen op zijn telefoon. De rechtbank acht deze verklaring van de verdachte volstrekt ongeloofwaardig. Ten eerste komt deze verklaring op een zeer laat moment, pas op de proformazitting op 3 oktober 2022, terwijl de verdachte verder geen antwoord heeft willen geven op verdiepende vragen ter verificatie van zijn verklaring. Bovendien acht de rechtbank van belang dat de belastende gegevens op de iPhone XR in samenhang moeten worden beschouwd met alle andere belastende gegevens die zijn gevonden op gegevensdragers die aan de verdachte kunnen worden toegeschreven, zoals het aantreffen van de namen van meerdere benadeelden in de IPhone 6 (zie hieronder), terwijl de verdachte tot op heden ook geen goede verklaring heeft kunnen geven voor zijn aanwezigheid in de woning van medeverdachte [medeverdachte] .
Over de iPhone 12 heeft [verdachte] verklaard dat deze telefoon weliswaar van hem is geweest, maar dat hij deze op 13 april 2022 al een tijd niet meer in gebruik had en dat hij het toestel had uitgeleend. Het aantreffen van de telefoon bij de fouillering bij [verdachte] weerspreekt zijn verklaring op dit punt en [verdachte] heeft deze verklaring, die hij pas tijdens de zitting van 6 oktober 2023 heeft afgelegd, niet nader onderbouwd of willen concretiseren. De verklaring van [verdachte] dat hij uit schrik toevallig deze telefoon bij zich stak toen de politie binnentrad in de woning van [medeverdachte] , acht de rechtbank bovendien ongeloofwaardig.
In de iPhone 12 is op 16 januari 2022 een account aangemaakt met het Apple ID dataantwan@icloud.com. Kort hiervoor heeft [verdachte] in een chat met zijn moeder gevraagd naar het wachtwoord van de iPhone 12. Het door ‘mama’ genoemde wachtwoord is later door de politie gebruikt om de iPhone 12 te ontgrendelen. Genoemd account kan ook daarom aan [verdachte] worden toegeschreven. Ook in deze iPhone is een factuur van de Mediamarkt aangetroffen op naam van [verdachte] (dossierpagina 490 e.v.).
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat de iPhone 6 niet van hem was. Ook met betrekking tot deze iPhone geldt dat de verklaring van [verdachte] dat hij deze telefoon uit schrik bij zich stak tijdens het binnentreden in de woning van [medeverdachte] niet geconcretiseerd en onderbouwd is en daarbij door de rechtbank ongeloofwaardig wordt geacht.
In de iPhone 6 is daarbij de username [naam gebruiker] gebruikt, met als bijbehorend emailadres [naam gebruiker] @outlook.com. De naam [naam gebruiker] is teruggevonden in de cookies op de iPhone XR en het genoemde emailadres is teruggevonden in de iPhone 12. De rechtbank acht dit in samenhang bezien een belangrijke aanwijzing dat de drie iPhones in gebruik waren bij dezelfde persoon, te weten [verdachte] . Daarnaast zijn in de iPhone 6 tussen de opgeslagen contacten de telefoonnummers aangetroffen van de aangevers [slachtoffer 14] , [slachtoffer 13] en [slachtoffer 17] (dossierpagina 348 e.v.).
[medeverdachte] heeft in haar verklaring van 11 mei 2023 verklaard dat zij de Oppo telefoon en de Xiaomi telefoon heeft gebruikt.
Verband tussen aangevers en de verdachten [verdachte] en [medeverdachte]
Hieronder zal de rechtbank in het kort weergeven hoe de aangiften van de in de tenlastelegging genoemde personen – met uitzondering van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] en voor feit 2 en 3 met uitzondering van [slachtoffer 5] – in verband gebracht kunnen worden met de hiervoor genoemde gegevensdragers en daarmee met de verdachten [medeverdachte] en [verdachte] .
[slachtoffer 2]
Aangever [slachtoffer 2] is gebeld door iemand die zich voordeed als medewerkster van de ING Bank. Dit telefoongesprek vond plaats met de Xiaomi telefoon (dossierpagina 260 e.v.). In de Oppo telefoon zijn afbeeldingen van een rekeningoverzicht van aangever [slachtoffer 2] gevonden, alsmede een video van het oplichtingsgesprek met aangever (dossierpagina’s 186 en 188). [medeverdachte] heeft verklaard dat zij denkt dat de stem die bij deze video te horen is haar stem is. De video is tijdens het gesprek met de aangever opgeslagen in de Oppo telefoon en twaalf minuten voor het gesprek is met de Oppo telefoon een bestelling geplaatst bij Domino’s pizza, welke is betaald door middel van de bankrekening van [medeverdachte] (dossierpagina’s 454 e.v.).
[slachtoffer 4]
De gegevens (onder meer bankrekeningnummer en emailadres) van aangever [slachtoffer 4] stonden in het bestand [***] .xlsx dat is aangetroffen op de iPhone 12 (dossierpagina 555 e.v.). Vanaf de hotspot-telefoon zijn per sms twee betaallinks verstuurd naar de telefoon van aangever (dossierpagina 316).
[slachtoffer 5]
De gegevens van aangever [slachtoffer 5] stonden eveneens in het bestand [***] .xlsx op de iPhone 12 (dossierpagina 557). Een sms met een betaallink is haar toegestuurd vanaf de hotspottelefoon (dossierpagina 316).
[slachtoffer 6] ( [naam kerkgenootschap] )
Op de iPhone XR is een foto aangetroffen van een telefoon waarmee is ingelogd bij een ABN-AMRO bankrekening op naam van [begunstigde 2] , waarbij een banksaldo is te zien van € 16.500,86, terwijl volgens de aangifte van [slachtoffer 6] onder meer een bedrag van € 16.500,- is overgeschreven naar de rekening van [begunstigde 2] . Ook stonden in de iPhone XR foto’s van transactieoverzichten van de bankrekening van [naam kerkgenootschap] (dossierpagina’s 351-356). In de iPhone 12 is een PDF aangetroffen van een foto waarop de overschrijving van € 16.500,86 naar de rekening van [begunstigde 2] is te zien (dossierpagina’s 501 en 503).
[slachtoffer 8]
Op de iPhone XR is een foto aangetroffen waarop transacties van de bankrekening van aangever [slachtoffer 8] te zien zijn (dossierpagina’s 351 en 358). In dezelfde telefoon is een filmpje gevonden, gemaakt op 18 maart 2022 (de dag van de oplichting), waarop te zien is dat op een laptop de applicatie Anydesk wordt gebruikt en dat is ingelogd bij de internetbankierenomgeving van de Rabobank, waarbij de naam van aangever [slachtoffer 8] leesbaar is (dossierpagina 593).
[slachtoffer 9]
Aangever [slachtoffer 9] heeft op 24 maart 2022 een email, met daarin een link naar een betaalverzoek, ontvangen van het emailadres [emailnaam 8] @outlook.com. Op 15 maart 2022 is met dit emailadres ingelogd op de Acer laptop (dossierpagina’s 236 en 237).
Bij onderzoek is gebleken dat de computer van [slachtoffer 9] op 24 maart 2022 met behulp van Anydesk is overgenomen waarbij gebruik is gemaakt van het Anydesk-ID [ID nummer] (dossierpagina’s 147 en 148). In het logbestand van Anydesk op de Acer laptop is te zien dat gebruik is gemaakt van het user-ID [ID nummer] (dossierpagina's 235 en 236).
[slachtoffer 10]
Het Anydesk ID [ID nummer] is ook teruggevonden in de logfiles van Anydesk op de computer van aangever [slachtoffer 10] (dossierpagina 150). Tevens bleek dat er verbinding was gemaakt met de computer van aangever via IP-adressen die werden gebruikt door het telefoonnummer + [tel. nr 1] (dossierpagina 155). Dit telefoonnummer was gekoppeld aan een toestel met het IMEI-nummer [imei nummer 1] (dossierpagina 167). Uit de locatiegegevens van dat toestel bleek dat steeds dezelfde mastlocatie werd aangestraald, te weten de [straatnaam] in Groningen (dossierpagina 172). Het adres [adres medeverdachte] Groningen valt onder het dekkingsgebied van deze zendmast (dossierpagina 485).
[slachtoffer 11]
Ook voor aangever [slachtoffer 11] geldt dat haar computer is overgenomen door iemand die gebruik maakte van het Anydesk ID [ID nummer] (dossierpagina 154). Net als bij aangever [slachtoffer 10] was er verbinding gemaakt met de computer van aangever via IP-adressen die werden gebruikt door het telefoonnummer + [tel. nr 1] (dossierpagina's 155)
[slachtoffer 12]
Aangever [slachtoffer 12] heeft in het kader van bankhelpdeskfraude twee sms’jes ontvangen vanaf het telefoonnummer + [tel. nr 1] , dat ook figureert in de aangiften van [slachtoffer 11] en [slachtoffer 10] . De rechtbank verwijst naar hetgeen hiervoor is opgemerkt met betrekking tot die aangiften.
[slachtoffer 14]
Het telefoonnummer van aangever [slachtoffer 14] is in de iPhone 6 als contact toegevoegd. Dat is gebeurd op 5 april 2022, de dag waarop [slachtoffer 14] slachtoffer werd van de oplichting (dossierpagina 594 e.v.). In de iPhone 12 zijn bestanden aangetroffen met klantgegevens van meerdere banken. In het bestand [###] .xlsx stonden het telefoonnummer, de IBAN en het emailadres van [slachtoffer 14] (dossierpagina 594 e.v.).
[slachtoffer 13]
Het telefoonnummer van aangever [slachtoffer 13] is op de dag dat zij werd opgelicht opgeslagen in de contactenlijst van de iPhone 6 (dossierpagina 253).
Uit de logfiles van Anydesk op de computer van [slachtoffer 13] bleek dat de inkomende verbinding op de dag van de oplichting afkomstig was van het IP-adres [IP nummer] (dossierpagina’s 576 en 577). Dit IP-adres matcht met het Lebara-telefoonnummer + [tel. nr 2] (dossierpagina 125). Genoemd IP-adres hoort bij de hotspot-telefoon.
[slachtoffer 17]
Door bankhelpdeskfraude zijn op 11 april 2022 bedragen overgeschreven van rekeningen van aangever [slachtoffer 17] naar rekeningen van [begunstigde 3] en van [begunstigde 4] Er. Bij de inval op 13 april 2022 werd geconstateerd dat op de Acer laptop een Excel-bestand geopend was met persoonsgegevens en bankrekeningnummers van 991 personen. De rijen waren vrijwel allemaal rood gekleurd. De rij waarop de gegevens van [slachtoffer 17] stonden was echter groen (dossierpagina’s 234 en 235). In dezelfde Acer laptop stonden in de website-geschiedenis betaalverzoeklinkjes van de Rabobank, die wat betreft bedrag en begunstigde overeenkwamen met in de aangifte genoemde overschrijvingen (dossierpagina’s 237 en 238).
Het nummer van aangever is op de dag van de oplichting toegevoegd aan de contactenlijst van de iPhone 6 (dossierpagina 253).
In de iPhone XR is een filmpje gevonden, waarop het beeldscherm van een laptop zichtbaar is. Te zien is dat overschrijvingen worden gedaan vanaf de Rabobank-rekeningen van aangever naar [begunstigde 4] Er (dossierpagina 394). Op een tweede video in deze telefoon is te zien dat een ander bedrag vanaf een rekening van aangever wordt overgemaakt naar genoemd [naam begunstigde 4] (dossierpagina 400).
[slachtoffer 16] / [slachtoffer 15]
Aangevers [slachtoffer 16] en [slachtoffer 15] zijn op dezelfde dag als aangever [slachtoffer 17] , 11 april 2022, tezamen slachtoffer geworden van bankhelpdeskfraude. Van de rekeningen van [slachtoffer 16] en [slachtoffer 15] zijn – net als in het geval van [slachtoffer 17] – bedragen overgeschreven naar [begunstigde 3] . [slachtoffer 16] en [slachtoffer 15] zijn op 11 april 2022 gebeld met een iPhone 6S die op 13 april 2022 in de woning van [medeverdachte] is aangetroffen (dossierpagina 338).
[slachtoffer 18]
In het Excel-bestand op de Acer laptop dat hiervoor in verband met aangever [slachtoffer 17] aan de orde is gekomen stond ook de naam van aangever [slachtoffer 18] vermeld en deze was eveneens groen gemarkeerd (dossierpagina’s 234 en 235). Aangeefster is op de dag van de oplichting gebeld met de iPhone 6 (dossierpagina 252). Op de iPhone XR stond een video, waarin te zien is dat via een laptop wordt ingelogd op de internetbankierenomgeving van [slachtoffer 18] (dossierpagina 409).
Conclusie
Gelet op het vorenstaande, in onderling verband en samenhang beschouwd, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte] zich in de periode van 8 februari 2022 tot en met 12 april 2022, tezamen en in vereniging met elkaar en met anderen, hebben schuldig gemaakt aan oplichting, diefstal met behulp van een valse sleutel en computervredebreuk, een en ander op de wijze zoals hieronder in de rubriek ‘bewezenverklaring’ nader aangeduid.