ECLI:NL:RBNHO:2023:10418

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
10446634 \ WM VERZ 23-269
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verbod stilstaan op basis van verkeersbord E2

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het stil laten staan van een voertuig op een plek waar dat niet was toegestaan, zoals aangegeven door verkeersbord E2. De betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 20 juni 2023 was de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft het standpunt gehandhaafd en verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de stukken in het dossier, waaronder de verklaring van de verbalisant en foto’s van de gedraging. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat er geen bord E2 zichtbaar was vanaf de andere rijrichting en dat de verbalisant slechts één zijde had gecontroleerd. De kantonrechter oordeelde echter dat de verklaring van de verbalisant en de foto’s voldoende bewijs boden dat de gedraging had plaatsgevonden. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om deze te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskosten werd afgewezen.

De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift dient te worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10446634 \ WM VERZ 23-269
CJIB-nummer : 246242462
Uitspraakdatum : 30 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : R. de Nekker, h.o.d.n. Zaakrecht te Heerenveen.

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 20 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
1.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
1.4.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: een voertuig stil laten staan waar dat niet mag (bord E2, verbod stilstaan).
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
2.3.
De gemachtigde van betrokkene voert aan dat er vanaf de andere rijrichting/zijde geen bord E2 is geplaatst of aanwezig was. De verbalisant heeft maar één zijde gecontroleerd en spreekt ook over bord E2 in enkelvoud. De enkele verklaring van de verbalisant is niet voldoende om de boete in stand te houden, aldus de gemachtigde.
2.4.
In de toelichting van het zaakoverzicht verklaart de verbalisant onder andere het volgende:
“…Ik zag dat het voertuig geparkeerd stond aan een zijde die door bord E2 RVV 1990 was aangegeven als zijnde verbod tot stoppen. Bord E2 RVV 1990 was duidelijk aangegeven voor al het verkeer aan beide kanten van de twee-richtingsweg. Deze stond geplaatst ter hoogte van Pereboomstraat 12 (…) De bebording is door mij gecontroleerd…“.
2.5.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant en de foto van de gedraging – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De verbalisant was fysiek aanwezig en heeft in de toelichting van het zaakoverzicht aangegeven dat hij de bebording heeft gecontroleerd. Dat de verbalisant het over bord E2 in enkelvoud heeft houdt niet in dat er geen tweede bord aanwezig was. Op de foto van de gedraging is de achterkant van een verkeersbord te zien, iets verderop in de straat. Uit ambtshalve raadpleging van Googlemaps is het de kantonrechter gebleken dat dit verkeersbord eveneens een bord E2 is. Dat betrokkene dit bord heeft genegeerd of over het hoofd heeft gezien dient voor rekening en verantwoording van betrokkene te blijven. De boete is dus terecht opgelegd.
2.6.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
2.7.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: