ECLI:NL:RBNHO:2023:10397

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
10446699 \ WM VERZ 23-277
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, zoals aangegeven door bord C 6 in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990). De betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 20 juni 2023 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie aangegeven de beslissing niet te handhaven en verzocht om het beroep gegrond te verklaren.

De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de boete onterecht was opgelegd. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting het standpunt ingenomen dat de boete vernietigd moest worden, en de kantonrechter heeft dit standpunt gevolgd. De uitspraak houdt in dat het beroep gegrond is verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, zijn vernietigd. Tevens is de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 1.284,75. Dit bedrag zal door het Centraal Justitieel Incassobureau aan de gemachtigde van de betrokkene worden uitbetaald.

De uitspraak is openbaar gedaan door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10446699 \ WM VERZ 23-277
CJIB-nummer : 249732025
Uitspraakdatum : 30 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : D. van Zon, Appjection B.V. te Amsterdam.

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 20 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen.
1.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt niet te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep gegrond te verklaren.
1.4.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen ism een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen, bord C 6 bijlage I RVV 1990.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft zich ter zitting – naar aanleiding van het verweer van betrokkene – op het standpunt gesteld dat de boete, met verwijzing naar de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden [1] dient te worden vernietigd.
De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie en bepaalt daarom dat het beroep gegrond is en de beslissing van officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd zullen worden vernietigd.
Proceskosten
2.4.
Het verzoek om een proceskostenvergoeding wordt toegewezen, omdat betrokkene gelijk krijgt. De gemachtigde van betrokkene heeft beroep ingesteld in twee zaken, welke door de kantonrechter als samenhangende zaken worden beschouwd. Onderhavige zaak is immers gelijktijdig met de zaken met kenmerk 10461620 WM VERZ 23-297 behandeld, waarin rechtsbijstand is verleend door dezelfde persoon en van wie de werkzaamheden in elk van de zaken nagenoeg identiek zijn. Deze zaken worden op grond artikel 3 lid 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht beschouwd als één zaak. Dat betekent dat de wegingsfactor voor samenhangende zaken wordt toegepast, in dit geval 1,0.
2.5.
De kosten worden met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht vastgesteld op een bedrag van in totaal € 1.284,75. Daarbij is voor de procedure bij de officier van justitie een proceskostenvergoeding bepaald van € 447,75 (1,5 punten voor het beroepschrift en de hoorzitting, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 597,00 en wegingsfactor 1,0 voor samenhangende zaken) en voor de procedure bij de kantonrechter een proceskostenvergoeding van € 837,00 (2 punten voor het beroepschrift en de zitting, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 837,00 en wegingsfactor 1,0 voor samenhangende zaken).
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 1.284,75 en wijst de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;
‒ bepaalt dat voormeld bedrag aan de gemachtigde van betrokkene zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending:

Voetnoten

1.Vgl. de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 februari 2023, te vinden op www.rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2023:1663.