Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, uitspraak gedaan op 30 juni 2023 in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, zoals aangegeven door bord C 6 in bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). De betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 20 juni 2023 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie aangegeven de beslissing niet te handhaven en verzocht om het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene de gedraging erkent, maar heeft ook rekening gehouden met de omstandigheden van het geval. De betrokkene stelde in het bezit te zijn van een ontheffing voor de voertuigen, maar de vergunning voor één van de voertuigen was verlopen zonder dat de betrokkene hiervan op de hoogte was. Na ontvangst van de boete heeft de betrokkene de vergunning met spoed verlengd. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting aangegeven dat de boete gematigd dient te worden naar € 30,00, wat de kantonrechter heeft gevolgd.
De uitspraak van de kantonrechter houdt in dat het beroep gedeeltelijk gegrond is verklaard, de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd en de boete is gematigd tot € 30,00. Daarnaast is de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, vastgesteld op een totaalbedrag van € 1.284,75. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en de griffier.