ECLI:NL:RBNHO:2023:10395

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
10474816 \ WM VERZ 23-305
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verlopen keuringsbewijs voor motorrijtuig

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het niet hebben van een geldig keuringsbewijs voor een motorrijtuig met een toegestane maximummassa van 3500 kg of minder. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zitting vond plaats op 20 juni 2023, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan. De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, was dat het voertuig op de datum van de overtreding niet APK-gekeurd was. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, omdat de verantwoordelijkheid voor de keuringsverplichting bij de kentekenhouder ligt. Betrokkene had geen geldige redenen aangevoerd om de boete te matigen.

De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de opgelegde boete in stand blijft. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10474816 \ WM VERZ 23-305
CJIB-nummer : 244347906
Uitspraakdatum : 30 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 20 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor het motorrijtuig met een toegestane maximummassa van 3500 kg of minder heeft het keuringsbewijs geldigheid verloren.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
2.3.
De kantonrechter overweegt dat de gedraging vast staat, omdat het voertuig op de genoemde datum inderdaad niet APK-gekeurd was. Dat betekent dat een boete kon worden opgelegd. De boete is opgelegd wegens het handelen in strijd met artikel 72 van de Wegenverkeerswet 1994. De verplichting een voertuig periodiek te laten keuren is gekoppeld aan de registratie van het voertuig. De kentekenhouder of de eventuele bestuurder is hiervoor verantwoordelijk. De keuringsverplichting kan door de kentekenhouder slechts worden opgeheven door de geldigheid van het kentekenbewijs van dat voertuig te schorsen. Gelet op de mogelijkheid tot het opnieuw schorsen van het kenteken nadat duidelijk was dat het voertuig werd afgekeurd, dienen de omstandigheden waarom onmiddellijke reparatie en keuring van het voertuig niet mogelijk waren voor rekening van betrokkene te blijven.
2.4.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
2.5.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: