Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, uitspraak gedaan op 30 juni 2023 in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het ontbreken van een keuringsbewijs voor een motorvoertuig met een toegestane maximummassa van 3500 kg of minder. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zitting vond plaats op 20 juni 2023, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken en de argumenten van betrokkene. Betrokkene stelde dat de vervaldatum voor de eerste APK op 26 augustus 2022 viel en dat het voertuig op 28 juli 2021 was omgezet naar een blauwe taxikentekenplaat, wat volgens hem betekende dat het voertuig op die datum gekeurd moest worden. Betrokkene voerde aan dat het voertuig bij de RDW als taxi geregistreerd stond, maar dat dit niet correct was.
De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, omdat de verplichting tot periodieke keuring van het voertuig gekoppeld is aan de registratie. De kantonrechter concludeerde dat het voertuig van betrokkene al bij de aankoop als taxi geregistreerd was, waardoor de keuringsplicht al van toepassing was. Betrokkene was verantwoordelijk voor het tijdig laten keuren van het voertuig, ongeacht zijn onwetendheid over de registratie. De kantonrechter zag geen reden om de boete te matigen en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.