In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het parkeren van een voertuig waar dat niet was toegestaan, zoals aangegeven door bord E1 (parkeerverbod). Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 20 juni 2023 waren zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig.
Betrokkene betwistte de boete en voerde aan dat er ter plaatse geen E1-bord aanwezig was en dat het bord op de kruising met de Koning Davidstraat alleen voor die straat geldt, niet voor de Heijermansstraat. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat de gedraging niet kon worden vastgesteld, en dat de toelichting van de verbalisant niet duidelijk was. De kantonrechter oordeelde dat de boete ten onrechte was opgelegd, omdat niet kon worden vastgesteld dat betrokkene in strijd met de verkeersregels had gehandeld. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde zowel de beslissing van de officier van justitie als de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan haar werd terugbetaald.
De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.