ECLI:NL:RBNHO:2023:10384

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
10461532 \ WM VERZ 23-285
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor parkeren in verboden zone

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het parkeren van een voertuig waar dat niet was toegestaan, zoals aangegeven door bord E1 (parkeerverbod). Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 20 juni 2023 waren zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig.

Betrokkene betwistte de boete en voerde aan dat er ter plaatse geen E1-bord aanwezig was en dat het bord op de kruising met de Koning Davidstraat alleen voor die straat geldt, niet voor de Heijermansstraat. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat de gedraging niet kon worden vastgesteld, en dat de toelichting van de verbalisant niet duidelijk was. De kantonrechter oordeelde dat de boete ten onrechte was opgelegd, omdat niet kon worden vastgesteld dat betrokkene in strijd met de verkeersregels had gehandeld. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde zowel de beslissing van de officier van justitie als de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan haar werd terugbetaald.

De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10461532 \ WM VERZ 23-285
CJIB-nummer : 246242220
Uitspraakdatum : 20 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 20 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone)).
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene stelt dat er ter plaatse geen E1 bord staat. Betrokkene voert aan de hand van een aantal foto’s aan dat het aanwezige E1 bord op de kruising met de Koning Davidstraat alleen geldt voor de Koning Davidstraat en niet voor de Heijermansstraat. Tevens voert betrokkene aan dat zij zich als rijinstructeur juist zeer bewust is van de verkeersregels en de bebording.
2.3.
In de toelichting van het zaakoverzicht verklaart de verbalisant onder andere het volgende:
“…Bord E1 RVV 1990n is geplaatst aan de zijde van de weg alwaar het voertuig stond geparkeerd Bij het constateren van het feit werd vastgesteld dat er gedurende een tijd van ongeveer 10 minuten geen activiteiten met betrekking tot het voertuig plaats vond, zodat er geen sprake was van onmiddellijk laden of lossen van goederen, dan wel het in of uit laten stappen van personen. Ik heb geen voor dat gebied geldige ontheffing waargenomen…“.
2.4.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft zich ter zitting – naar aanleiding van het raadplegen van Googlemaps en het verweer van betrokkene – op het standpunt gesteld dat de gedraging niet kan worden vastgesteld. De toelichting van de verbalisant is niet duidelijk, zodat niet duidelijk is wat de situatie was. De boete is daarom ten onrechte opgelegd.
2.5.
De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie en bepaalt dat het beroep gegrond is en de beslissing van officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd zullen worden vernietigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: