ECLI:NL:RBNHO:2023:1035
Rechtbank Noord-Holland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de ongeldigverklaring van een rijbewijs wegens drugsmisbruik
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiser tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. J. Ruijs, heeft zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen door de Algemeen Directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (verweerder), vertegenwoordigd door drs. I. Metaal. De ongeldigverklaring is gebaseerd op een psychiatrisch rapport dat drugsmisbruik vaststelt, na een aanhouding op 16 januari 2021 waarbij eiser positief testte op cannabis. De rechtbank heeft op 6 januari 2023 uitspraak gedaan na een mondelinge behandeling van de zaak.
De rechtbank oordeelt dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs terecht is, omdat eiser niet kan aantonen dat hij na de aanhouding is gestopt met het gebruik van drugs. De psychiater concludeert dat de hoogte van het THC-gehalte in het bloed van eiser niet overeenkomt met uitsluitend medicinaal gebruik. Eiser heeft ook cocaïne in zijn bloed gehad en heeft verklaard vaker te rijden na cannabisgebruik. De rechtbank stelt vast dat de wet geen ruimte biedt voor een belangenafweging en dat eiser gedurende een jaar geen drugs mag gebruiken om in aanmerking te komen voor een herkeuring van zijn rijbewijs.
De rechtbank wijst het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de ongeldigverklaring van het rijbewijs. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De rechtbank adviseert eiser om zich goed voor te bereiden op een eventuele herkeuring na de recidiefvrije periode van een jaar, en om informatie in te winnen over de effecten van medicinale cannabis op zijn rijgeschiktheid. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.