In deze zaak heeft de stichting Woonwaard Noord-Kennemerland (hierna: Woonwaard) een vordering ingesteld tegen een gedaagde huurder wegens huurachterstand. De huurder, die een woning huurt van Woonwaard, heeft een betalingsregeling getroffen, maar heeft deze niet volledig nageleefd. De kantonrechter heeft op 8 februari 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. Woonwaard vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van achterstallige huur en incassokosten. De huurder erkende een huurachterstand, maar voerde aan dat er een betalingsafspraak was gemaakt en dat hij zich hieraan had gehouden. De kantonrechter oordeelde dat de huurder tekortgeschoten was in zijn betalingsverplichtingen, aangezien er een huurachterstand van meer dan drie maanden bestond. De rechter overwoog dat de tekortkoming niet van geringe betekenis was en dat de belangen van Woonwaard bij een huurder die tijdig aan zijn verplichtingen voldoet, zwaarder wogen. De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming werd gerechtvaardigd geacht. Woonwaard ging onder voorwaarden akkoord met een voortzetting van de betalingsregeling, mits de huurder deze nakomt. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, wettelijke rente en incassokosten, en heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde uitgesproken voor het geval de huurder de betalingsregeling niet nakomt.