In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een georganiseerde ladingdiefstal van telefoons en drones ter waarde van ongeveer 2,5 miljoen USD uit een vrachtafhandelingsbedrijf op Schiphol. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen een grote hoeveelheid goederen heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen. De diefstal vond plaats in de periode van 4 tot en met 5 juni 2019. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. J.J. van Bree, in behandeling genomen en de verdachte is bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.W.A. Offermans.
Tijdens de openbare terechtzittingen op 12, 14 en 18 september en 6 oktober 2023 is het bewijs tegen de verdachte besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte is beschuldigd van diefstal door twee of meer verenigde personen. De rechtbank heeft de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal bewezen geacht, mede op basis van afgeluisterde gesprekken en getuigenverklaringen. De verdachte had een essentiële rol in de organisatie van de diefstal, waaronder het regelen van een katvanger die een onderneming oprichtte om de voertuigen aan te schaffen die bij de diefstal zijn gebruikt.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de rol van de verdachte in de organisatie van de diefstal meegewogen in de strafmaat. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting.