ECLI:NL:RBNHO:2023:10304
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand wegens verzwegen vermogen en bijstandsfraude
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer. Eiseres ontving vanaf 1 februari 2004 bijstandsuitkeringen, maar heeft verzwegen dat zij in het bezit was van onroerend goed in Irak en een aanzienlijk bedrag aan contanten. Het college heeft op 15 december 2021 besloten om de bijstandsuitkering van eiseres te herzien en de kosten van bijstand terug te vorderen, wat resulteerde in een terugvordering van € 163.073,62 bruto. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft op 26 september 2023 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres sinds 1989 in het bezit was van een stuk grond in Irak en dat zij nooit melding heeft gemaakt van haar bezittingen, waaronder € 50.000,00 in contanten. De rechtbank oordeelt dat eiseres haar inlichtingenverplichting heeft geschonden, wat leidt tot de conclusie dat het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de herziening en terugvordering van de bijstand door het college terecht zijn.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en het naleven van de inlichtingenverplichting bij het ontvangen van sociale bijstand. Eiseres krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten, en de rechtbank wijst op de mogelijkheid van hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.