Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- zich - gekleed in donkere/zwarte kleding en/of met een capuchon op en/of met een mondmasker op en/of met handschoenen aan - naar de woning van die [benadeelde partij] en/of [slachtoffer] te begeven en/of die woning binnen te dringen, en/of
- die [benadeelde partij] (direct bij de deuropening) vast te grijpen/pakken en/of zijn handen op/voor haar mond te houden/plaatsen en/of haar tot stilte te manen en/of haar naar (een) andere kamer(s) in de woning te duwen en/of haar vast te houden, terwijl zij op een stoel moest blijven zitten, en/of
- tegen die [benadeelde partij] te zeggen: “Waar is het geld!?” en/of “Lieg niet, [slachtoffer] heeft geld!” en/of “Er moet wel geld zijn!” en/of “Er moet nog meer [geld] zijn!”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- De bekennende verklaring van de verdachte, ter terechtzitting van 14 september 2023 afgelegd.
- Een schriftelijk bescheid, te weten een schriftelijke verklaring van de verdachte d.d. 1 sept 2023 (los bijgevoegd).
- Een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij] , opgemaakt door de Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 22 oktober 2021 (dossierpagina's 32-36).
De verdachte heeft echter ontkend dat hij ook een geldbedrag van € 30.000,00 heeft meegenomen uit de woning van de aangeefster. Hiertoe is door de raadsman op de zitting aangevoerd dat in het licht van deze ontkennende houding van de verdachte, de verklaring van de aangeefster op dit punt niet zonder meer kan worden geloofd. Volgens de verklaring van de aangeefster zou het gaan om geld dat aan haar partner toebehoort. Het blijft volgens de raadsman echter onduidelijk hoe de aangeefster wist dat het om precies € 30.000,00 ging en dat dit geld was verstopt in chipszakken.
- zich - gekleed in donkere kleding en met een capuchon op en met een mondmasker op en met handschoenen aan - naar de woning van die [benadeelde partij] en/of [slachtoffer] te begeven en die woning binnen te dringen, en
- die [benadeelde partij] (direct bij de deuropening) vast te grijpen en zijn handen voor haar mond te houden en haar tot stilte te manen en haar naar andere kamers in de woning te duwen en haar vast te houden, terwijl zij op een stoel moest blijven zitten, en
- tegen die [benadeelde partij] te zeggen: “Waar is het geld!?” en “Lieg niet, [slachtoffer] heeft geld!” en “Er moet wel geld zijn!” en “Er moet nog meer [geld] zijn!”.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vrijheidsbeperkende maatregel
- een contactverbod, inhoudende dat de verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact mag opnemen, zoeken of hebben met [benadeelde partij] en [slachtoffer] ;
- een locatieverbod, inhoudende dat de verdachte zich niet begeeft in de [adres 1] .
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
3 (drie) jaren.
[benadeelde partij]geleden schade tot een bedrag van
€ 58.436,77, bestaande uit € 48.436,77 als vergoeding voor de materiële en € 5.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 oktober 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.