Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
verwerende partij,
gemachtigde: mr. W.L.J. van der Winden (Achmea Rechtsbijstand),
verwerende tevens verzoekende partij,
gemachtigde: mr. M. Bootsma,
verwerende tevens verzoekende partij,
gemachtigde: mr. M. Bootsma,
verwerende tevens verzoekende partij,
gemachtigde: mr. M. Bootsma,
verwerende partij,
gemachtigde: mr. P.M. Boiten,
[verweerster 4] ,wonende te [woonplaats 7] (België),
verwerende partij
gemachtigde: mr. P.M. Boiten.
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer daartegen
4.Het tegenverzoek
- aan ieder van de erfgenamen afzonderlijk een voorschot wordt uitgekeerd;
- Boeser tot beheerder van de nalatenschap wordt aangesteld;
- alle erfgenamen worden veroordeeld om aan mr. Dunselman (de kantonrechter leest: Boeser) een onherroepelijke volmacht te verstrekken om tot verdeling van de nalatenschap over te gaan.
5.De beoordeling
Het toekennen van een voorschot is te beschouwen als een verdelingshandeling. Een verdeling, ook een partiele verdeling zoals het uitdelen van een voorschot, geschiedt door een rechtshandeling van partijen of, bij gebrek aan overeenstemming tussen partijen, door een beslissing van de rechtbank. De kantonrechter is niet bevoegd hiertoe over te gaan.
Voor zover van de zijde van [verweerder 1] , [verweerster 2] en [verweerster 3] wordt betoogd dat dit verzoek tot het toekennen van een voorschot nauw samenhangt met de verzoeken tot het treffen van een beheersregeling, is de kantonrechter het daarmee niet eens.
De eventuele benoeming van een derde die als beheerder het beheer voert over de gemeenschap tot het moment waarop partijen tot verdeling overgaan, staat volstrekt los van de eventuele toekenning van een voorschot.
De kantonrechter zal zich onbevoegd verklaren. De kantonrechter ziet af van de mogelijkheid om dit deel van het geschil door te verwijzen naar (de dagvaardingsprocedure) van de rechtbank. Ter zitting is gebleken dat de voorbereidingen op het voeren van een juridische procedure om te komen tot een verdeling al in een vergevorderd stadium zijn. Dat zo zijnde, kan doorverwijzing van dit deel van het geschil om praktische redenen beter achterwege blijven.
6.De beslissing
6.3. wijst af het verzoek om Boeser (of Dunselman) een volmacht te geven om tot verdeling over te gaan;
6.4. verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het verzoek tot het toekennen van een voorschot.