Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]
[eiser 2]
[eiser 3]
verder te noemen: [eiser 1] c.s.
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- veroordeelt tot ontruiming van het gehuurde;
- veroordeelt tot betaling van € 1.395,00 voor elke maand dat [gedaagde] het gehuurde in bezit houdt tot de datum waarop [eiser 1] c.s. weer de beschikking over het gehuurde krijgt;
- veroordeelt tot betaling van de huurachterstand van € 8.202,00, te vermeerderen met wettelijke rente;
- veroordeelt tot betaling van € 785,10 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- verbiedt om veranderingen aan het gehuurde aan te brengen zonder toestemming van [eiser 1] c.s., onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat [gedaagde] in strijd handelt met dat verbod;
- veroordeelt alle veranderingen die [gedaagde] aan het gehuurde heeft aangebracht ongedaan te maken, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat [gedaagde] dit nalaat.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Betaling van toekomstige huurpenningen
Ongedaanmaking van veranderingen aan het gehuurde
alle door hem aangebrachte veranderingen” ongedaan te maken. [eiser 1] c.s. heeft ter zitting toegelicht dat daarmee de wijzigingen aan de dakkapel worden bedoeld. De vordering zal met inachtneming van die uitleg worden beoordeeld.
Proceskosten