ECLI:NL:RBNHO:2023:10064

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
10202875 \ CV EXPL 22-5437
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst camper wegens non-conformiteit en dwaling

In deze zaak vordert een consument, [eiser], dat de koop van een camper wordt ontbonden. De kantonrechter wijst de vordering toe, omdat de camper niet de eigenschappen heeft die de consument mocht verwachten. De camper blijkt namelijk te zijn gestolen, van een vals kenteken en chassisnummer voorzien, en (onder meer) van een eerder bouwjaar. De verkoper, [gedaagde], een professionele autohandelaar, moet de koopprijs terugbetalen. De zaak begint met een dagvaarding van [eiser] op 9 november 2022, waarna op 12 september 2023 een zitting heeft plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelt dat de camper niet beantwoordt aan de overeenkomst, omdat deze niet de eigenschappen heeft die [eiser] mocht verwachten. De kantonrechter stelt vast dat de camper niet de Fiat Ducato is die [gedaagde] heeft aangeboden, maar een Trigano Pegaso met een ander kenteken en bouwjaar. De kantonrechter concludeert dat de koper het recht heeft om de overeenkomst te ontbinden, omdat de camper niet voldoet aan de verwachtingen die bij de koop zijn gewekt. De kantonrechter ontbindt de koopovereenkomst en veroordeelt [gedaagde] tot terugbetaling van de koopprijs van € 38.500,00, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering van [eiser] tot schadevergoeding voor reparatiekosten wordt afgewezen, omdat er geen ingebrekestelling heeft plaatsgevonden. De proceskosten worden toegewezen aan [eiser].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10202875 \ CV EXPL 22-5437 (rvk)
Uitspraakdatum: 11 oktober 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te Broek op Langedijk
eiser
verder te noemen: [eiser]
procederend in persoon
tegen
[gedaagde]
wonende te Apeldoorn
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. W. Vahl
De zaak in het kort
In deze zaak vordert een consument dat de koop van een camper wordt ontbonden. De kantonrechter wijst de vordering toe, omdat de camper niet de eigenschappen heeft die de consument mocht verwachten. De camper blijkt namelijk te zijn gestolen, van een vals kenteken en chassisnummer voorzien, en (onder meer) van een eerder bouwjaar. De verkoper, een professionele autohandelaar, moet de koopprijs daarom terugbetalen. Met een gestelde waardedaling van de camper wordt geen rekening gehouden.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 9 november 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 12 september 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Op de zitting heeft [gedaagde] nog een stuk overgelegd.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft via Markplaats een camper te koop aangeboden, te weten een Fiat Ducato met [kenteken 1] (hierna: de camper). In de advertentie staat onder andere:
“7-persoons”,
“Bouwjaar: sep 2010”en
“Ledig gewicht: 2.497 kg.”
2.2.
[eiser] heeft de camper op 5 juni 2017 bezichtigd. Aansluitend is een koopovereenkomst gesloten. Op 14 juni 2017 heeft [eiser] de camper opgehaald.
2.3.
Op het kentekenbewijs Deel I (kentekencard) staat dat de camper zeven toegestane zitplaatsen heeft, en dat de toegestane maximale massa 3.500 kg is en de massa rijklaar 2.497 kg. Verder staat op het kentekenbewijs dat een aanhangwagen getrokken mag worden van 3.000 kg indien geremd, en 750 kg indien ongeremd.
2.4.
Op 26 januari 2022 is de camper in beslag genomen door de politie. Na onderzoek op 17 februari 2022 door de Afdeling kentekenfraude van de politie is gebleken dat de camper van diefstal afkomstig is en van een vals kenteken en chassisnummer is voorzien (‘omgekat’).
2.5.
In een beschikking van de raadkamer van de rechtbank Gelderland van 1 juni 2022 is beslist dat de camper moet worden teruggegeven aan [eiser] .
2.6.
Op 15 juli 2022 heeft de RDW het originele en oorspronkelijke kenteken en VIN-nummer (voertuig-identificatienummer) aan de camper toegekend.
2.7.
Vast staat dat de camper geen Fiat Ducato is met [kenteken 1] , maar een Trigano Pegaso met [kenteken 2] Ook staat vast dat de camper niet van bouwjaar september 2010 is, maar van bouwjaar maart 2008, dat de camper geen zeven toegestane zitplaatsen heeft, maar vier, dat de toegestane maximale massa eveneens 3.500 kg is, maar de massa rijklaar 3.162 kg, en dat geen geremde aanhangwagen mag worden getrokken van 3.000 kg, maar slechts van 1.200 kg.
2.8.
[eiser] heeft op 31 augustus 2022 een brief verzonden aan [gedaagde] , waarin hij de koopovereenkomst met betrekking tot de camper vernietigt wegens dwaling.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter de koopovereenkomst tussen partijen voor de camper ontbindt en [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 47.024,91. [eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de camper niet beantwoordt aan de overeenkomst, omdat de camper van diefstal afkomstig is en ‘omgekat’, en ook wat betreft het aantal toegestane zitplaatsen, het maximale gewicht en het trekgewicht afwijkt van wat is voorgespiegeld bij het sluiten van de overeenkomst. Volgens [eiser] zijn dit tekortkomingen die ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigen, zodat [gedaagde] de koopprijs van
€ 39.945,00 moet terugbetalen. Verder stelt [eiser] dat hij door de tekortkoming schade heeft geleden in de vorm van reparatiekosten van € 6.474,00, die door [gedaagde] moeten worden vergoed.
3.2.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat er geen gebrek kleefde aan de camper en dat er dus geen grond is voor ontbinding. [gedaagde] is ook nooit in gebreke gesteld en verkeert dus niet in verzuim. Ook daarom is [eiser] volgens [gedaagde] niet bevoegd de overeenkomst te ontbinden. [gedaagde] wijst erop dat het afwijkende bouwjaar en andere afwijkende gegevens van de originele camper in feite niet van belang zijn geweest voor de koop van de camper en dat [eiser] de camper vóór aankoop ook uitgebreid heeft onderzocht. Verder merkt [gedaagde] op dat hij ook niet wist van de diefstal en het ‘omkatten’ van de camper. Voor zover de koopovereenkomst wordt ontbonden, meent [gedaagde] dat rekening moet worden gehouden met het feit dat de camper vijf jaar door [eiser] is gebruikt en in waarde is gedaald. [gedaagde] heeft de door [eiser] gestelde schade betwist.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de koopovereenkomst tussen partijen voor de camper moet worden ontbonden en of [gedaagde] moet worden veroordeeld tot betaling van € 47.024,91.
4.2.
De kantonrechter wijst de vordering grotendeels toe. Dat oordeel wordt hierna toegelicht en uitgelegd.
4.3.
In deze zaak is sprake van een consumentenkoop. [eiser] heeft immers als consument een camper gekocht bij het autobedrijf van [gedaagde] .
4.4.
Uit de wet volgt dat in geval van een (consumenten)koop de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. [1] Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien die zaak niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. [2] Daarbij is ook van belang welke mededelingen de verkoper over de zaak heeft gedaan. Een andere zaak dan is overeengekomen, beantwoordt evenmin aan de overeenkomst, en hetzelfde geldt indien het afgeleverde in getal, maat of gewicht afwijkt. [3]
4.5.
De kantonrechter is van oordeel dat de door [eiser] gekochte camper niet beantwoordt aan de overeenkomst. Immers, [eiser] hoefde op grond van de overeenkomst niet te verwachten dat de camper die hij heeft gekocht geen Fiat Ducato is met [kenteken 1] , maar een gestolen camper met een vervalst kenteken en chassisnummer, en in feite en in werkelijkheid een Trigano Pegaso met [kenteken 2]
4.6.
Ook hoefde [eiser] niet te verwachten dat de camper niet bouwjaar september 2010 had, zoals door [gedaagde] meegedeeld, maar bouwjaar maart 2008. Hetzelfde geldt voor het feit dat de camper achteraf bezien geen zeven toegestane zitplaatsen heeft, maar vier, en dat het maximale gewicht en het trekgewicht aanzienlijk lager zijn. [eiser] had temeer geen reden om te verwachten dat het om een gestolen en ‘omgekatte’ camper ging met afwijkende gegevens en eigenschappen, omdat hij de camper heeft gekocht van [gedaagde] als professionele autohandelaar.
4.7.
[gedaagde] heeft erkend dat de camper al ‘omgekat’ was ten tijde van de koop door [eiser] . Dat betekent dat de camper al op het moment van de koop en levering niet beantwoordde aan de overeenkomst.
4.8.
Beantwoordt de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst, en is herstel of vervanging onmogelijk, dan heeft bij een consumentenkoop de koper de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden, tenzij de afwijking van het overeengekomene, gezien haar geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. [4]
4.9.
Herstel of vervanging van de camper is onmogelijk, omdat de aard van het gebrek zich daarvoor niet leent. Van een geringe afwijking is geen sprake. De hiervoor genoemde gebreken zijn zo ernstig dat deze zonder meer de ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigen.
4.10.
[eiser] heeft dus de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden. De kantonrechter zal de vordering tot ontbinding van de koopovereenkomst daarom toewijzen.
4.11.
Ontbinding van de koopovereenkomst heeft tot gevolg dat voor partijen een zogenoemde verbintenis tot ongedaanmaking van de prestaties ontstaat. [5] Dat betekent dat [gedaagde] de koopprijs moet terugbetalen aan [eiser] . En [eiser] moet de camper teruggeven aan [gedaagde] .
4.12.
Op de zitting heeft de kantonrechter met partijen vastgesteld dat uit een door [gedaagde] overgelegde schriftelijke koopovereenkomst blijkt dat de koopprijs € 38.500,00 is. Ook staat vast dat [eiser] bij de koop een camper heeft ingeruild, waaraan een waarde is toegekend van € 19.000,00, en dat [eiser] per bank € 1.500,00 en contant € 18.000,00 heeft betaald.
4.13.
[gedaagde] moet dus in ieder geval het door [eiser] betaalde bedrag van € 19.500,00 terugbetalen (€ 1.500,00 + € 18.000,00).
4.14.
[gedaagde] zou in principe de door [eiser] ingeruilde camper moeten teruggeven, maar [gedaagde] is daartoe niet meer in staat. [gedaagde] heeft de ingeruilde camper inmiddels doorverkocht en kan die niet meer teruggeven. [gedaagde] moet daarom de schade vergoeden die [eiser] lijdt doordat [gedaagde] de ingeruilde camper niet kan teruggeven. Die schade is gelijk aan een bedrag van € 19.000,00, te weten de waarde van de ingeruilde camper. [gedaagde] stelt dat de ingeruilde camper geen € 19.000,00 waard was en voor een veel lager bedrag is doorverkocht. [gedaagde] heeft die stelling echter niet gemotiveerd en onderbouwd, zodat daaraan wordt voorbijgegaan. [gedaagde] moet dus ook een bedrag van € 19.000,00 terugbetalen.
4.15.
[gedaagde] heeft verder gesteld dat rekening moet worden gehouden met de omstandigheid dat [eiser] de camper meer dan vijf jaar heeft kunnen gebruiken en dat de camper in waarde is verminderd. Volgens [gedaagde] moet rekening worden gehouden met een waardedaling van € 1.500,00 per jaar.
4.16.
De kantonrechter ziet geen reden om met de door [gedaagde] gestelde waardevermindering rekening te houden. [gedaagde] heeft geen (wettelijke) grondslag genoemd op basis waarvan dat zou kunnen. Alleen al daarom kan [gedaagde] niet worden gevolgd in zijn standpunt. Bovendien volgt uit de wet dat de camper en een eventuele achteruitgang daarvan voor risico van [gedaagde] is gebleven, omdat [eiser] op goede gronden het recht op ontbinding van de koop heeft ingeroepen. [6] Overigens heeft [gedaagde] ook onvoldoende betwist de stelling van [eiser] dat de markt voor campers goed is en dat campers de afgelopen jaren vaak juist meer waard zijn geworden.
4.17.
De conclusie is dat [gedaagde] zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag aan [eiser] van € 38.500,00. De gevorderde wettelijke rente over dat bedrag is toewijsbaar vanaf 31 augustus 2022, de datum waarop [eiser] een beroep heeft gedaan op de vernietiging van de koopovereenkomst.
4.18.
De vordering van [eiser] om [gedaagde] te veroordelen tot schadevergoeding, in de vorm van reparatiekosten van € 6.474,00, wordt afgewezen. [eiser] kan pas aanspraak maken op deze schadevergoeding als hij [gedaagde] schriftelijk heeft aangemaand tot herstel en [gedaagde] daaraan niet binnen een redelijke tijd heeft voldaan. [7] [eiser] heeft op de zitting erkend dat hij [gedaagde] niet heeft aangemaand. Er is dus geen grond om [gedaagde] te veroordelen tot schadevergoeding. Ook enige andere grond voor schadevergoeding ontbreekt, omdat er geen sprake is geweest van een ingebrekestelling door [eiser] en evenmin van verzuim van [gedaagde] . [8]
4.19.
De door [eiser] gevorderde kosten van de deurwaarder van € 605,91 zullen worden afgewezen, omdat deze al deel uitmaken van de hierna te noemen proceskostenveroordeling. Daarbij geldt dat die veroordeling op basis van de gebruikelijke tarieven een bedrag van
€ 529,00 omvat voor het opstellen van de dagvaarding door de gemachtigde van [eiser] .
4.20.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij grotendeels ongelijk krijgt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
ontbindt de tussen partijen gesloten koopovereenkomst van 5 juni 2017 met betrekking tot de camper;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 38.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 31 augustus 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 135,88
griffierecht € 693,00
salaris gemachtigde € 529,00
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:17 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
2.Artikel 7:17 lid 2 BW.
3.Artikel 7:17 lid 3 BW.
4.Artikel 7:22 lid 1 BW.
5.Artikel 6:271 BW.
6.Artikel 7:10 lid 3 en 4 BW.
7.Artikel 7:21 lid 6 BW.
8.Artikel 6:74 BW.