Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting OverlastDonatie Amsterdam (SODA)
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Stichting ServiceOrganisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) een vordering ingesteld tegen twee minderjarige gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], die op 10 juli 2018 bij Primark Alkmaar zijn aangehouden op verdenking van winkeldiefstal. SODA, die optreedt namens Primark, vordert betaling van schadevergoeding ter hoogte van € 236,96, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagden hebben de diefstal erkend, maar betwisten de omvang van de schade en stellen dat zij slechts een set oorbellen ter waarde van € 0,50 hebben gepakt, terwijl zij andere producten wel hebben afgerekend.
De kantonrechter heeft de vordering van SODA afgewezen, omdat SODA onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagden een onrechtmatige daad hebben gepleegd. De kantonrechter oordeelt dat de stelling van SODA dat de gedaagden zich schuldig hebben gemaakt aan winkeldiefstal niet voldoende onderbouwd is, vooral omdat er geen proces-verbaal of andere bewijsstukken zijn overgelegd die de betrokkenheid van de gedaagden bij de diefstal bevestigen. De kantonrechter concludeert dat de gedaagden niet aansprakelijk zijn voor de gevorderde schade en dat de proceskosten voor rekening van SODA komen.
Het vonnis is uitgesproken door mr. I.H. Lips op 6 september 2023, waarbij de kantonrechter de vordering afwijst en SODA veroordeelt tot betaling van de proceskosten aan de gedaagden.