ECLI:NL:RBNHO:2022:997
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering en terugvordering wegens schending inlichtingenplicht en boete opgelegd voor drugshandel
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem. De eiser, die sinds 27 september 2014 een bijstandsuitkering ontving, had zijn woning beschikbaar gesteld voor de productie en handel in harddrugs. Dit leidde tot de intrekking van zijn bijstandsuitkering over de periode van 1 maart 2020 tot en met 3 juli 2020 en een terugvordering van € 4.218,03. Daarnaast werd er een boete van € 317,70 opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de eiser zijn inlichtingenplicht had geschonden door niet te melden dat hij zijn woning ter beschikking had gesteld voor drugshandel en dat hij vergoedingen had ontvangen voor deze activiteiten. De rechtbank concludeerde dat de intrekking van de bijstandsuitkering en de terugvordering terecht waren, evenals de opgelegde boete. De eiser had geen bewijs geleverd voor zijn stelling dat hij in een psychische overmacht situatie verkeerde, waardoor hij niet in staat zou zijn geweest om de inlichtingenplicht na te komen. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond.