ECLI:NL:RBNHO:2022:9906

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 november 2022
Publicatiedatum
9 november 2022
Zaaknummer
10063823 CV EXPL 22-4974
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht en restitutie van vliegtickets

In deze zaak, die op 9 november 2022 door de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen de vervoerder, Consortium Scandinavian Airlines System (SAS), wegens de annulering van vlucht SK546. De passagiers, vertegenwoordigd door de gemachtigden mr. R. Bos en R. Kuilman van Aviclaim, vorderden een bedrag van € 344,44, dat zij als schadevergoeding voor de geannuleerde vlucht claimden. De vervoerder, vertegenwoordigd door mr. A. Muhammad en mr. A.C. Fresacher van Pels Rijcken, stelde dat het bedrag al was terugbetaald via Supersaver Travel B.V. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder in beginsel verplicht is om de passagiers rechtstreeks te compenseren, ongeacht eventuele afspraken met reisbemiddelaars. De kantonrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de vervoerder het bedrag had terugbetaald en dat de vordering van de passagiers toewijsbaar was. Daarnaast werd de wettelijke rente over het gevorderde bedrag toegewezen, evenals de proceskosten, met uitzondering van de dagvaardingskosten. De kantonrechter wees de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten af, omdat de passagiers niet voldoende hadden aangetoond dat de verrichte werkzaamheden meer omvatten dan gebruikelijke incassohandelingen. Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter J.A.M. Jansen en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10063823 CV EXPL 22-4974
Uitspraakdatum: 9 november 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1]

2.
[eiser 2]beiden wonende te [plaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigden mr. R. Bos en R. Kuilman (Aviclaim)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Consortium Scandinavian Airlines System (SAS)
gevestigd te Stockholm (Zweden), mede kantoorhoudende te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigden mr. A. Muhammad en mr. A.C. Fresacher (Pels Rijcken)

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Op 21 september 2022 is in deze zaak – toen nog onder zaaknummer 9606740 CV EXPL 21-8742 – een tussenvonnis gewezen (hierna: het tussenvonnis). Voor het verloop van de procedure tot dan toe verwijst de kantonrechter naar wat daarover in het tussenvonnis is overwogen. De kantonrechter blijft bij wat in het tussenvonnis is overwogen en beslist.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De passagiers hebben tijdens de mondelinge behandeling van 24 augustus 2022 hun vordering verminderd tot € 344,44.
2.2.
Tussen partijen staat vast dat vlucht SK546, die een waarde van € 344,44 vertegenwoordigt (hierna: de vlucht), door de vervoerder is geannuleerd. In geval van annulering door de vervoerder hebben passagiers op grond van artikel 5 lid 1 sub a juncto 8 lid 1 van de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) (onder meer) recht op vergoeding van de volledige kosten van het ticket.
2.3.
De vervoerder heeft aangevoerd dat hij genoemd bedrag al via Supersaver Travel B.V. heeft terugbetaald aan de passagiers en verwijst ter onderbouwing van zijn standpunt naar productie 2 bij de conclusie van antwoord.
2.4.
De kantonrechter overweegt dat gelet op de inhoud en strekking van de Verordening, de vervoerder de passagiers in beginsel rechtstreeks dient te compenseren. Dat er in deze kwestie op voornoemde regel een uitzondering zou bestaan, omdat tussen passagiers en reisbemiddelaar en/of maatschappij en reisbemiddelaar andere afspraken zijn gemaakt, is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende gebleken. Evenmin is gebleken dat de vervoerder de tickets (inmiddels) wel aan de passagiers heeft terugbetaald noch dat Supersaver Travel B.V. het bedrag aan de passagiers heeft doorbetaald. Dit brengt met zich dat de vervoerder alsnog gehouden is om het ticket aan de passagiers terug te betalen. De vordering van de passagiers ligt derhalve voor toewijzing gereed.
2.5.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
2.6.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. De vervoerder heeft deze vordering (gemotiveerd) betwist. De passagiers hebben hiertegenover onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten (en de daarover gevorderde rente) moet daarom worden afgewezen.
2.7.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder, omdat deze (grotendeels) ongelijk krijgt, met dien verstande dat de vervoerder in onderhavige zaak niet gehouden is om de dagvaardingskosten te voldoen. De passagiers hebben samen met [betrokkene 1], [betrokkene 2], [betrokkene 3] en [betrokkene 4] één dagvaarding uitgebracht en de vervoerder is reeds in de zaak 9606740 CV EXPL 21-8742 veroordeeld om deze kosten te voldoen. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
2.8.
Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan de passagiers van € 344,44, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vluchtdatum tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
3.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 0,00;
griffierecht € 86,00;
salaris gemachtigde € 225,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
3.3.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van € 37,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt;
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. Jansen, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter