6.3.Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De aard en de ernst van de feiten
De verdachte heeft – naar eigen zeggen – vanuit verveling in de coronaperiode tijdens het fietsen meerdere malen voor hem onbekende vrouwen uit het niets op de billen geslagen. De verdachte heeft de vrouwen daarbij van achteren benaderd, terwijl zij alleen en in het donker over straat liepen. De verdachte heeft hierdoor inbreuk gemaakt op de persoonlijke integriteit van de slachtoffers en ze het angstige gevoel gegeven dat zij ’s avonds niet meer veilig alleen over straat kunnen. Ook in de maatschappij in het algemeen hebben de feiten voor gevoelens van onveiligheid en angst gezorgd. Omdat niemand wist wie verantwoordelijk was, of waren, en wat de bedoelingen waren van de dader(s), heeft deze zaak veel aandacht gehad in de landelijke media.
Persoonlijke omstandigheden
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie van 6 oktober 2022, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld;
- het psychologisch onderzoek Pro Justitia, gedateerd 10 september 2021 van [GZ-psycholoog] , GZ-psycholoog;
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 19 oktober 2022 van [raadsonderzoeker] , als raadsonderzoeker werkzaam bij de Raad voor de Kinderbescherming, waarin de Raad adviseert om de verdachte een taakstraf op te leggen in de vorm van een leerstraf, te weten de gedragsinterventie Tools4U.
Uit het psychologisch onderzoek komt onder andere naar voren dat er bij de verdachte diagnostisch gezien sprake is van een aanpassingsstoornis (persisterend, met een gemengde stoornis van emoties en gedrag). In de periode van de tenlastegelegde feiten had de verdachte te maken met sterk veranderde persoonlijke- en leefomstandigheden die hebben bijgedragen aan een negatieve(re) gemoedstoestand en toenemende lijdensdruk.
Aangegeven wordt dat de verdachte sterk heeft geleden onder de in die periode geldende coronamaatregelen en het isolement waarin hij dientengevolge kwam te verkeren. Een en ander werd nog verstrekt doordat er ook binnen zijn vriendengroep een verwijdering ontstond. Ook maakte de verdachte zich zorgen om de gezondheidssituatie van zijn moeder. De verdachte had moeite om met al deze wijzigende omstandigheden om te gaan.
De aanpassingsstoornis van de verdachte lijkt, aldus de psycholoog, echter niet dusdanig verstorend te zijn en ook niet in die mate van invloed te zijn geweest op zijn denken en handelen, dat de tenlastegelegde feiten hem verminderd toegerekend dienen te worden. Geadviseerd wordt daarom om de verdachte als volledig toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De kans op toekomstig (seksueel) grensoverschrijdend gedrag wordt als laag ingeschat. Daarnaast zijn er geen aanwijzingen gevonden voor een seksuele stoornis. Geadviseerd wordt de verdachte een taakstraf op te leggen in de vorm van een leerstraf (Tools4U regulier).
Uit het raadsrapport blijkt dat de Raad zich, afgezien van de verdenkingen met betrekking tot onderhavige feiten, geen zorgen maakt over het functioneren van de verdachte. In de thuissituatie is sprake van een pedagogisch verantwoord opvoedklimaat waarin de verdachte goed contact heeft met de overige gezinsleden. Het recidive risico wordt ingeschat als laag. Spanning zoeken vanuit verveling, mede vanwege de maatregelen die in de coronaperiode aan de orde zijn geweest en de aanpassingsstoornis van de verdachte, lijkt de achterliggende factor te zijn van het (delict)gedrag van de verdachte. De Raad is van mening dat de verdachte en zijn ouders zeer adequaat hebben gehandeld nadat het gedrag van verdachte uitkwam. Daarnaast heeft de verdachte de volledige verantwoordelijkheid genomen ten aanzien van zijn gedrag. Hij heeft goed meegewerkt aan het mediationtraject met twee andere slachtoffers van soortgelijke incidenten en is tevens enthousiast en gemotiveerd aan de slag gegaan met zijn coach vanuit de Hoofdtrainer. Zowel de ouders als de verdachte geven aan dat zij, ook na de rechtszaak op vrijwillige basis willen blijven meewerken aan het traject van de Hoofdtrainer.
Gelet op het hulpverleningstraject dat de verdachte op vrijwillige basis is aangegaan, kan de Raad zich voorstellen dat een verdere strafrechtelijke afdoening, pedagogisch gezien, geen meerwaarde heeft. De onderhavige feiten zijn ruim anderhalf jaar geleden voorgevallen. Daarnaast zijn de gevolgen bij een eventuele veroordeling voor de verdachte ingrijpend, aangezien een veroordeling voor een zedendelict langdurig van invloed kan zijn op zijn toekomst. Indien de rechtbank van oordeel is dat de verdachte veroordeeld dient te worden voor de hem tenlastegelegde feiten, acht de Raad een taakstraf in de vorm van een Tools4U het meest passend. Binnen Tools4U kunnen de aangeleerde vaardigheden van de verdachte verder worden geborgd en uitgewerkt.
[vertegenwoordiger van de GI] , werkzaam voor de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers, heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij de verdachte de afgelopen anderhalf jaar heeft leren kennen als een oprechte en eerlijke jongen. Door de jeugdreclassering is in overleg met de Raad al snel hulpverlening vanuit de Hoofdtrainer ingeschakeld. Dit heeft erg positief uitgepakt. Zowel de ouders als de verdachte hadden direct een goede klik met de aangewezen coach. Sinds de inzet van de Hoofdtrainer is de verdachte opgebloeid. Hij werkt hard en heel gemotiveerd aan zijn toekomst.
Er lijkt sprake te zijn geweest van een incident en de jeugdreclassering maakt zich daarom zorgen over de gevolgen van een veroordeling voor een zedendelict die de verdachte immers een lange periode kan blijven achtervolgen. De jeugdreclassering hoopt dat daar rekening mee kan worden gehouden. Tools4U kan ook worden uitgevoerd door de Hoofdtrainer en de verdachte kan zijn traject bij de Hoofdtrainer ook op vrijwillige basis voortzetten. De verdachte en zijn ouders hebben aangegeven hiervoor open te staan. De jeugdreclassering zou het liefst zien dat aan de verdachte geen straf wordt opgelegd.
De Raad heeft ter zitting het advies uit het raadsrapport gehandhaafd en het standpunt van de jeugdreclassering onderschreven.
Conclusie
De rechtbank komt op basis van het voorgaande tot het volgende oordeel.
Gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten zou daarop in beginsel met een straf dienen te worden gereageerd. Gelet op de tijd die inmiddels is verstreken, alsmede de omstandigheid dat de verdachte in de aanloop naar de zitting met succes aan zichzelf heeft gewerkt en er blijk van heeft gegeven inmiddels de verwijtbaarheid en de impact van zijn handelen in te zien, is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van een (leer)straf geen te rechtvaardigen doel meer dient.
De verdachte heeft ter zitting meermaals aangegeven dat het hem spijt wat er is gebeurd en dat hij betreurt dat vrouwen zich door zijn gedrag onveilig hebben gevoeld. Hij heeft een excuusbrief geschreven aan alle slachtoffers, waarin hij heeft uitgelegd dat zijn acties zijn voortgekomen uit verveling en kattenkwaad en dat het nooit zijn bedoeling is geweest om de slachtoffers een onveilig of angstig gevoel te geven. Met twee van de slachtoffers is hij mediationtrajecten aangegaan die succesvol zijn afgerond en voor alle partijen heel waardevol zijn geweest.
De rechtbank heeft verder bij haar oordeel betrokken dat de kans op recidive als laag wordt ingeschat. Bovendien heeft de verdachte het afgelopen anderhalf jaar een positieve ontwikkeling laten zien. Vanuit de jeugdreclassering is voor de verdachte een traject bij de Hoofdtrainer ingezet, waar de verdachte zich enthousiast en gemotiveerd voor heeft ingezet. De verdachte heeft met ondersteuning vanuit de hulpverlening, de jeugdreclassering en zijn zeer betrokken ouders hard aan zichzelf en zijn toekomst gewerkt. Uit de evaluatie van de Hoofdtrainer van september 2022 blijkt dat de verdachte veel baat heeft gehad bij de ingezette hulpverlening en dat de omstandigheden die tot het delict hebben geleid goed zijn aangepakt. Dit is ter zitting ook door de ouders en de jeugdreclasseerder bevestigd. Zeker nu de verdachte heeft aangegeven de hulpverlening vanuit De Hoofdtrainer in het vrijwillig kader te willen voortzetten en tijdens dat traject aan dezelfde doelen gewerkt kan worden als met een leerstraf in de vorm van Tools4U, is de rechtbank – met de Raad en de jeugdreclassering– van oordeel dat het opleggen van een (leer)straf geen (pedagogische) meerwaarde heeft.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verdachte schuldig verklaren maar hem geen straf of maatregel opleggen.
Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)
De rechtbank voegt daaraan toe dat het naar haar oordeel onwenselijk zou zijn als de onderhavige schuldigverklaring tot gevolg zou hebben dat in de toekomst een afgifte van een VOG aan de verdachte wordt geweigerd. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat de verdachte de bewezenverklaarde feiten op een jeugdige leeftijd heeft gepleegd, dat hij niet eerder is veroordeeld voor het plegen van enig strafbaar feit en dat het risico op recidive laag is. Ook zijn er geen aanwijzingen gevonden voor een seksuele stoornis, wat maakt dat de kans op toekomstig (seksueel) grensoverschrijdend gedrag als laag wordt ingeschat.