ECLI:NL:RBNHO:2022:9841

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 november 2022
Publicatiedatum
8 november 2022
Zaaknummer
15/280049-22 en 15/280054-22
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beslissing RC
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing tot ontruiming op basis van artikel 551a Sv in een strafzaak tegen krakers

Op 3 november 2022 heeft de rechter-commissaris in de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, een beslissing genomen op een vordering tot ontruiming van een pand op basis van artikel 551a van het Wetboek van Strafvordering. De vordering was ingediend door de officier van justitie op 31 oktober 2022, ter onderbouwing waarvan een aangifte van 6 oktober 2022 werd overgelegd. De vordering betreft de ontruiming van een pand waar de verdachten, [verdachte 1] en [verdachte 2], en andere bewoners zich zonder rechtmatig verblijf bevinden. Tijdens de zitting waren de verdachten, hun raadsvrouw, de officier van justitie en enkele bewoners aanwezig. De rechter-commissaris heeft de bewoners gehoord en vastgesteld dat zij wederrechtelijk in het pand verblijven, wat aanleiding gaf tot de ontruimingsvordering.

De rechter-commissaris heeft in zijn beoordeling de belangen van de bewoners afgewogen tegen de belangen van de eigenaar van het pand, de Gemeente Zaanstad. Hij erkende dat de bewoners een huisrecht hebben op basis van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), maar concludeerde dat de belangen van de eigenaar, die al sinds 2017 plannen heeft voor de ontwikkeling van het pand tot een ecodorp, zwaarder wegen. De rechter-commissaris oordeelde dat de bewoners niet voorafgaand aan hun intrek in het pand bij de Gemeente hadden gemeld als gegadigden voor bewoning, wat hun positie verzwakt.

Uiteindelijk heeft de rechter-commissaris de vordering tot ontruiming toegewezen, met de bepaling dat de krakers een redelijke termijn krijgen om hun eigendommen uit het pand te verwijderen. De beslissing is genomen door mr. W. Veldhuijzen van Zanten en kan binnen 14 dagen na de uitspraak worden aangevochten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

rechter-commissaris in strafzaken
zittingsplaats Haarlem.
parketnummers : 15/280049-22 en 15/280054-22
datum : 3 november 2022

Beslissing op een vordering tot machtiging

bevel verwijderen personen en goederen
(artikel 551a Wetboek van Strafvordering)
in de strafzaak tegen de verdachten:

[verdachte 1]

geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats]
en

[verdachte 2]

geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats]
en/een of meer vooralsnog onbekend gebleven perso(o)n(e)n
Ter zitting waren naast deze genoemde verdachten tevens aanwezig [bewoner 1] , [bewoner 2] en een vrouw die anoniem wenste te blijven, allen volgens hun eigen verklaring bewoners van het pand. De officier van justitie en mr. Van Lunen als raadsvrouw van de vier met name genoemde bewoners, en ook aangeefster (namens de Gemeente Zaanstad) [aangeefster] , waren aanwezig. Laatstgenoemde met bijzondere toestemming van de rechter-commissaris.

Procedure

De officier van justitie heeft op 31 oktober 2022 schriftelijk gevorderd dat de rechter-commissaris de bovengenoemde machtiging verleent.
De officier van justitie heeft ter onderbouwing van de vordering een aangifte overgelegd van 6 oktober 2022 met kenmerk PL1100-2022204794-4. Bij twee e-mails van 31 oktober 2022 heeft de officier van justitie de rechter-commissaris aanvullende stukken toegezonden. Ter zitting is nagegaan of de raadsvrouw over dezelfde stukken beschikte en voor zover dat niet zo was, zijn deze als nog aan haar verstrekt. De raadsvrouw heeft per e-mail van 2 november 2022 stukken aan de rechter-commissaris doen toekomen.
De vordering heeft betrekking op het pand gelegen aan de [adres] , alsmede alle voorwerpen die ter plaatse worden aangetroffen.
Voornoemde bewoners van het pand zijn in aanwezigheid van de raadsvrouw en de officier van justitie door de rechter-commissaris op 2 november 2022 gehoord. Omdat de verdachten [verdachte 1] en [verdachte 2] de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheersten, was tevens aanwezig, de [tolk] , tolk Pools. De rechter-commissaris heeft de tolk beëdigd. De tolk heeft de belofte afgelegd.
De rechter-commissaris heeft de bewoners de cautie gegeven.

Beoordeling

Uit het proces-verbaal van de politie blijkt dat de in de vordering genoemde personen worden verdacht van een misdrijf als omschreven in artikel 138 en/of artikel 138a en/of artikel 139 Wetboek van Strafrecht.
De officier van justitie heeft ter zitting aangegeven dat de krakers van de hoorzitting op de hoogte zijn gesteld doordat een aankondiging daarvan op de deur van het pand is gehangen. Dit wordt niet betwist. De griffier van de rechtbank heeft daarnaast contact gehad met de raadsvrouw en op haar verzoek de hoorzitting verplaatst naar vandaag. De raadsvrouw is vervolgens ook samen met 5 bewoners ter zitting verschenen. De rechter-commissaris constateert dan ook dat de bewoners voldoende in de gelegenheid zijn gesteld op te vordering te worden gehoord. Door de raadsvrouw is aangegeven dat het beginsel van
equality of armsen het recht op een effectief rechtsmiddel in het gedrang zijn gekomen, omdat zij pas op maandag jongstleden op de hoogte werd gesteld dat een vordering was ingediend. De rechter-commissaris is van oordeel dat korte termijnen inherent zijn aan de nieuwe wettelijke regeling van artikel 551a Sv. Overigens is haar ter zitting gebleken dat de raadsvrouw de belangen van haar cliënten uitgebreid voor het voetlicht heeft weten te brengen.
De rechter-commissaris stelt vast dat uit het dossier vooralsnog genoegzaam volgt dat de bewoners wederrechtelijk in het pand verblijven. Zij hebben daar blijkbaar rond 25 september 2022 hun intrek genomen. Namens de Gemeente is hen inmiddels gesommeerd het pand te verlaten en er is aangifte gedaan.
Onbetwist is dat de bewoners ingevolge artikel 8 EVRM inmiddels een huisrecht toe komt en dat ontruiming een ernstige inbreuk maakt op dit recht. Het in artikel 8 lid 2 EVRM besloten proportionaliteitsvereiste brengt mee dat de rechter-commissaris moet toetsen of de in abstracto door de wetgever gegeven voorrang aan het belang van de openbare orde, het beëindigen van strafbare feiten en de rechten van derden boven het huisrecht van de kraker in de concrete omstandigheden van het geval proportioneel is. Dit vraagt om een afweging van de betrokken concrete belangen. Deze afweging kan alleen worden gemaakt als de bewoners
uitzonderlijkeomstandigheden aannemelijk maken die maken dat het huisrecht in het concrete geval voorrang moet krijgen boven het belang bij de ontruimingsvordering, waarbij als uitgangspunt heeft te gelden dat een eigenaar het recht heeft over zijn pand te beschikken zoals hij wil.
De raadsvrouw en de verdachte(n) hebben aangevoerd dat de bewoners een zwaarwegend belang hebben bij voortzetting van de bewoning en dat hun huisrecht dient te prevaleren boven het belang van de eigenaar bij ontruiming.
De rechter-commissaris acht aannemelijk dat de bewoners na ontruiming op straat zullen komen te staan. Door een gebrek aan voldoende betaalbare woonruimte en lange wachtlijsten voor sociale huurwoningen is het vinden van een woning in deze tijd bijzonder moeilijk. Ten aanzien van [bewoner 1] is onderbouwd naar voren gebracht dat hij gezien persoonlijke problematiek baat heeft bij wonen in een steunende groep. De rechter-commissaris wil wel aannemen dat het vinden van een dergelijke omgeving niet eenvoudig is, en dat hij deze in het pand aan [adres] gevonden heeft. Er is door de krakers een contract afgesloten voor nutsvoorzieningen en zij nemen de kosten voor eigen rekening. Het pand biedt niet alleen onderdak aan 8 personen, maar herbergt inmiddels ook een weggeefwinkel, een creahoek waar workshops worden gehouden en een sportschool met acrobatiek. De bewoners hebben aangegeven in de toekomst nog meer te willen organiseren voor de buurt, zoals massage workshops, spelmiddagen en filmavonden. Ook gebruiken enkele bewoners het pand als kantoor/thuiswerkplek. Verschillende buurtbewoners en toekomstige bewoners van het geplande Ecodorp geven aan waardering te hebben voor de krakers, het feit dat het pand niet langer leeg staat, de goede zorg voor het pand en de aandacht voor sociaal/culturele activiteiten. De krakers zijn bekend met de toekomstplannen voor het pand. Zij willen deze niet in de weg staan en zijn bereid afspraken te maken om uit het pand te gaan, zodra de vergunningen rond zijn en de plannen kunnen worden uitgevoerd. Zij hebben dit ook direct na de bekendmaking van hun intrek in het pand aan de Gemeente laten weten. De krakers bewoonden eerder een ander kraakpand ( [adres] ) en zijn daar in overleg vertrokken toen de eigenaar concrete plannen had met het pand.
Naast de hiervoor al genoemde belangen van de Staat die door de wetgever zijn meegewogen, werpt het belang van de eigenaar van het pand gewicht in de schaal. Blijkens de overgelegde stukken is de Gemeente al sinds 2017 in gesprek met een partij over de bouw van een duurzaam stedelijk ecodorp op de plek van de voormalige school aan de [adres] . Er is op 8 maart 2022 een koop-ontwikkelovereenkomst gesloten met [vereniging] voor de realisering van 12 sociale huurwoningen en 11 koopwoningen. De haalbaarheid van de plannen is inmiddels vastgesteld. Aan de benodigde bestemmingsplan wijziging/ omgevingsvergunning wordt gewerkt en de planning is dat in oktober 20223 wordt begonnen met de bouw. Het pand was tot de zomer van 2022 in gebruik als buitenschoolse opvanglocatie voor een basisschool. Om leegstand in de tussentijd te voorkomen heeft de Gemeente met [B.V.] een leegstandsbeheer overeenkomst gesloten, die op 23 september 2022 door de Gemeente is ondertekend. Op 4 oktober 2022 zou door [B.V.] een bruikleenovereenkomst woonruimte worden getekend met de eerste gebruiker. Ter zitting heeft de vertegenwoordigster van de Gemeente op vragen van de rechter-commissaris aangegeven dat het uiteraard de bedoeling is dat er nog meer personen hun intrek zullen nemen in het pand. Ook staat de Gemeente open voor initiatieven met betrekking tot gebruik voor sociaal/culturele activiteiten. Het is geenszins de bedoeling dat het pand de komende tijd ongebruikt blijft.
De rechter-commissaris vindt anders dan de verdediging dat uit het dossier een voldoende concreet belang bij ingebruikneming van het pand door de eigenaar blijkt. De rechter-commissaris wil niets afdoen aan het gewicht van de aangevoerde persoonlijke belangen van de bewoners bij voortzetting van het gebruik, maar deze zijn niet anders dan de belangen die al door door de wetgever in abstracto zijn meegewogen en zijn niet
uitzonderlijkte noemen. De goede bedoelingen van de bewoners staan buiten kijf. Deze blijken onder andere uit het feit dat zij (weliswaar gedurende de relatief korte tijd dat zij in het pand verblijven) goede zorg dragen voor het pand, de steun hebben verkregen van buurtbewoners en toekomstige ecodorp-bewoners en bereid zijn afspraken te maken over de bewoning tot daadwerkelijk met de bouw van het ecodorp kan worden begonnen. Dit brengt echter allemaal niet mee dat geen belang bestaat bij ontruiming. Het is aan de Gemeente als eigenaar om te bepalen met wie zij zaken wil doen, en in het bijzonder met wie zij afspraken wil maken over bewoning/gebruik van het pand. Het staat de Gemeente dus vrij om geen afspraken met de krakers te willen maken en het leegstandsbeheer over te laten aan [B.V.] met wie zij hiertoe een overeenkomst heeft gesloten. Vast staat dat de bewoners zich niet voorafgaand aan hun intrek in het pand bij de Gemeente hebben gemeld als gegadigden voor bewoning en initiatiefnemers van sociaal/culturele activiteiten, maar dat zij eerst het pand hebben gekraakt en daarna hun aanbod hebben gedaan. Als het standpunt van de krakers zou worden gevolgd, zou deze handelwijze hen een - in de ogen van de rechter-commissaris ongerechtvaardigde - voorrangspositie geven ten opzichte van ongetwijfeld andere geschikte kandidaten. Overigens heeft de vertegenwoordiger van de Gemeente ter zitting aangegeven dat nog steeds de mogelijkheid voor de krakers open staat zich (na de ontruiming) bij de leegstandsbeheerder te melden om te bezien of zij in aanmerking kunnen komen voor een bruikleenovereenkomst.
De conclusie luidt dat, anders dan door de raadsvrouw betoogd, de vereiste belangenafweging kan worden gemaakt en dat de gevorderde ontruiming de proportionaliteitstoets kan doorstaan. De vordering zal worden toegewezen. In de omstandigheden van dit geval ziet de rechter-commissaris aanleiding de krakers een redelijke, iets langere termijn dan door de officier van justitie gevorderd te geven om hun eigendommen uit het pand te verwijderen

Beslissing

De rechter-commissaris:
- wijst de vordering toe;
- machtigt de officier van justitie overeenkomstig de vordering om opsporingsambtenaren te bevelen alle personen die na
woensdag 9 november 2022wederrechtelijk vertoeven in/op het pand/gebouw/lokaal/erf gelegen aan de [adres] , alsmede alle voorwerpen die ter plaatse worden aangetroffen, te verwijderen of te doen verwijderen.
Deze beslissing is op 3 november 2022 genomen door mr. W. Veldhuijzen van Zanten,
rechter-commissaris.
Tegen deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld binnen 14 dagen na heden.