Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
- [de minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , hierna te noemen: [de minderjarige 1] ,
- [de minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , hierna te noemen: [de minderjarige 2] ,
- [de minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , hierna te noemen: [de minderjarige 3] .
1.Het procesverloop
- het schriftelijke stuk van de advocaat van de moeder, met bijlagen, van 17 augustus 2022, ingekomen ter griffie op 18 augustus 2022.
- de moeder, bijgestaan door mr. D.E. Post;
- [vertegenwoordiger van de raad] , namens de Raad;
- [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI;
- [hulpverlener] , hulpverlener van Komunazorg, die op verzoek van de GI als toehoorder/informant bij de zitting aanwezig is.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.4. De standpunten
[de minderjarige 2] en [de minderjarige 3] verblijven al sinds december 2021 bij [verblijfplaats] , maar ook die financiering is nog niet van de grond gekomen. Datzelfde geldt voor de begeleiding tijdens de omgang. Komunazorg is hiertoe bereid gebleken, maar ook deze financiering is nog niet rond gekomen. Omdat stoppen met de omgang zeer schadelijk is voor de kinderen doet de GI de begeleiding zelf met een medewerker van Komunazorg totdat de financiering is geregeld. Verder laten de kinderen ernstige problematiek zien, die opgepakt zal worden door de Opvoedpoli. Helaas kunnen ook daar de in te zetten therapieën nog niet worden gestart, vanwege het uitblijven van de financiering hiervoor. Ook is er meer begeleiding nodig bij de verblijfplaatsen van kinderen, maar is dit wederom nog niet ingezet vanwege hetzelfde probleem rondom de financiering. De hele situatie is erg schadelijk voor de kinderen.
5.De beoordeling
[de minderjarige 1] , [de minderjarige 2] en [de minderjarige 3] zijn eind 2021 uit huis geplaatst wegens ernstige zorgen over de veiligheid van de kinderen in de thuissituatie bij de moeder, waar zij werden blootgesteld aan fysiek geweld. In de beschikking van de kinderrechter van 7 maart 2022 is overwogen dat de kinderen op dat moment niet terug konden naar de moeder en dat er door middel van een persoonlijkheidsonderzoek onderzocht dient te worden wat de (on)mogelijkheden van de moeder zijn, of de kinderen weer naar huis kunnen en wat daarvoor nodig is. Gebleken is dat de GI de hulpverlening van Komunazorg heeft ingeschakeld en dat Komunazorg bereid is om een onderzoek te verrichten naar de belastbaarheid van de moeder en haar mogelijkheden en beperkingen als opvoeder. Ook is Komunazorg betrokken om de omgangsbegeleiding tussen de moeder en de kinderen op zich te nemen. Verder is de Opvoedpoli ingeschakeld voor de kinderen en is een BOOG-onderzoek aangevraagd. Het is de kinderrechter duidelijk geworden dat diverse hulpverleners klaar staan om hulp te verlenen, maar dat zij niet kunnen starten, omdat de financiering voor deze hulpverleningstrajecten niet rond lijkt te komen bij de gemeente Medemblik. De GI heeft ter zitting aangegeven dat zij al het mogelijke heeft geprobeerd, maar dat zij steeds nul op het rekest krijgt bij de gemeente Medemblik en dat de zaak, voor zover het de financiering van hulpverlening betreft, is overgedragen aan het management. Het resultaat van het niet kunnen financieren van hulpverlening is dat er in de afgelopen periode niet is gewerkt aan de bestaande problematiek terwijl uit de stukken en ter zitting nadrukkelijk is gebleken hoe zeer de kinderen en de moeder gebaat zouden zijn bij hulpverlening. De kinderrechter acht deze situatie zeer onwenselijk en ziet zich gedwongen puur en alleen vanwege het niet rond krijgen van de financiering bij de gemeente Medemblik om de machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen te verlengen voor een kortere duur dan verzocht, namelijk voor de duur van twee maanden. Indien voorafgaand aan de volgende rechtszitting blijkt dat dat de financiering van de hulpverlening nog niet van de grond is gekomen, zal de kinderrechter de gemeente Medemblik op deze rechtszitting uitnodigen als informant.
13 oktober 2022 om 13:00 uurin het gerechtsgebouw te Alkmaar. De kinderrechter verzoekt de Raad en de GI in ieder geval één week voor de zitting, te weten vóór
6 oktober 2022,de rechtbank een kort verslag te doen toekomen met de laatste informatie over het verloop van uithuisplaatsing van de kinderen met daarbij de mededeling of de financiering voor de hulpverlening is rondgekomen.
6.De beslissing
-
[de minderjarige 1], geboren op
[geboortedatum] te [plaats] ;
[de minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] te
[plaats] ;
-
[de minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] te
[plaats] ; in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, voor de duur van
twee maanden, tot 7 november 2022;
6 oktober 2022schriftelijk verslag te doen van het verloop van de uithuisplaatsing van de kinderen met daarbij de mededeling of de financiering voor de hulpverlening is rondgekomen;
13 oktober om 13:00 uurin het gerechtsgebouw te Alkmaar.