ECLI:NL:RBNHO:2022:9826
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een Wob-verzoek inzake openbaarmaking van documenten door de gemeente Zaanstad
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiser tegen de gedeeltelijke afwijzing van zijn Wob-verzoek beoordeeld. Eiser had verzocht om openbaarmaking van documenten die door de gemeente Zaanstad onder hem berusten. De rechtbank oordeelt dat niet aannemelijk is dat er meer documenten zijn dan de documenten die reeds openbaar zijn gemaakt. De rechtbank stelt vast dat verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad, op 15 januari 2021 een gedeeltelijke afwijzing heeft gegeven op het Wob-verzoek van eiser. Dit besluit is later bevestigd in een bestreden besluit van 25 juni 2021. Eiser heeft betoogd dat er nog documenten onder verweerder berusten die niet openbaar zijn gemaakt, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende heeft aangetoond dat de documenten die eiser zoekt, niet meer onder hem berusten omdat deze zijn vernietigd na het verstrijken van de bewaartermijn.
De rechtbank heeft het beroep op 14 juni 2022 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om een beslissing te nemen over een ander verzoek dat verweerder had ingediend. Uiteindelijk heeft de rechtbank op 11 november 2022 uitspraak gedaan, waarbij het beroep van eiser ongegrond is verklaard. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van het Wob-verzoek door verweerder terecht is geweest, en dat er geen reden is om te twijfelen aan de vernietiging van de documenten waar eiser om verzocht heeft.