ECLI:NL:RBNHO:2022:9821
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van zorg- en opvoedingstaken na echtscheiding met aandacht voor ouderschap en welzijn van kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 september 2022 uitspraak gedaan over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken van twee minderjarige kinderen na de echtscheiding van de ouders. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorlopige zorgregeling, die eerder was vastgesteld op 19 mei 2021, als definitieve regeling zal gelden. De rechtbank heeft geconstateerd dat de ouders, de vrouw en de man, na hun relatiebreuk nog niet in staat zijn geweest om hun ouderschap te reorganiseren, wat negatieve gevolgen heeft voor zowel henzelf als de kinderen. De rechtbank heeft de ouders aangespoord om zelf stappen te zetten om uit hun strijdhouding te komen en heeft hen gewezen op de verantwoordelijkheid die zij hebben ten opzichte van hun kinderen.
De rechtbank heeft de adviezen van de beschermingstafel overgenomen en benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders de adviezen opvolgen. De rechtbank heeft de zorgregeling vastgesteld, waarbij de kinderen om de week op zaterdag en dinsdag bij de man verblijven. De rechtbank heeft ook aangegeven dat het voortzetten van de procedure niet zinvol is en dat het in het belang van de kinderen is dat de ouders zelf tot afspraken komen. De beslissing is genomen door mr. F. Kleefmann, die tevens kinderrechter is, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. K.D. Warmerdam. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.