Uitspraak
Voorgeschiedenis
Bestreden besluit
Formele vereisten
Uit de toelichting op het bestemmingsplan volgt verder dat openheid de belangrijkste landschappelijke kwaliteit van het strand is. Uit de Omgevingsverordening NH2020, het convenant Noord-Hollandse Kust, het toekomstperspectief Kust 2040 en de structuurvisie ‘Parel aan Zee+’ volgt eveneens dat een grote waarde wordt toegekend aan de nog open en onbebouwde plekken. Plaatsing van de reddingspost op de beoogde locatie met de daarbij behorende hoogte is hiermee niet verenigbaar.
De door verweerder gestelde functievereisten van een reddingspost legitimeren de vergunde locatie en de hoogte volgens eiseres niet.
De huidige locatie biedt onvoldoende ruimte om een gebouw te faciliteren met alle faciliteiten en opslagruimten die nodig zijn voor een goed functioneren van de ZRB. Er is verder onder meer gekozen voor deze locatie vanwege het behoud van een goede spreiding van reddingsposten op het strand van Zandvoort en ten opzichte van aangrenzende kustgemeenten.
Voor de bouw van de reddingspost is een watervergunning verleend, waarin conform de geldende regelgeving de locatie ten opzichte van het duin is bepaald.
Volgens verweerder is de locatie op het strand geschikt voor een reddingspost. Zowel landelijk als wereldwijd is dit gebruikelijk. Dit geeft de kortst mogelijke afstand naar de zee, is laagdrempelig en goed bereikbaar en toegankelijk voor bezoekers van het strand. Ook zijn het stallen van vaar- en voertuigen en het verrichten van onderhoud hieraan eenvoudiger ten opzichte van de huidige locatie in het duin. De hoogte van het hoofdgebouw is te rechtvaardigen vanwege het voor het uitvoeren van de taken benodigde uitzicht op het strand en de zee. Volgens verweerder leiden de beleidsdocumenten waar eiseres naar verwijst er niet toe dat sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening. Allereerst betreft een deel van deze documenten geen beleid dat verweerder hanteert, of zien deze op andere belangen dan eiseres veronderstelt. Daarnaast voldoet de ontwikkeling van de reddingspost aan de Omgevingsverordening NH2020, waarin de strandzonering is verankerd. Daarmee voldoet deze ook aan het convenant. De zonering heeft verder ook geen invloed op gebouwen als een reddingspost. Bovendien is volgens verweerder geen sprake van afbreuk aan de openheid van het strand, gelet op het beperkte ruimtebeslag van de reddingspost en mede gelet op wat het bestemmingsplan thans toelaat op de beoogde locatie. Ook het zicht vanaf de boulevard en het uitzicht op zee blijven grotendeels ongewijzigd.
Belangenafweging
Voornoemde (maatschappelijke) belangen heeft verweerder dan ook in redelijkheid zwaarder kunnen laten wegen dan het (commerciële) belang van eiseres. Daarbij heeft verweerder, naast de geringe impact op het uitzicht, mogen betrekken dat het nog maar de vraag is of sprake zal zijn van daling van het bezoekersaantal door de komst van de reddingspost. Bezoekers zijn ook gebaat bij de aanwezigheid van de reddingspost. De mogelijke gevolgen voor het al dan niet jaarrond mogen exploiteren heeft verweerder niet hoeven laten prevaleren. Thans is jaarronde exploitatie op basis van het geldende bestemmingsplan niet mogelijk. Eiseres drijft dan ook een seizoensgebonden onderneming. Dat het verkrijgen van toestemming voor een jaarronde exploitatie op beperkte schaal mogelijk wordt gemaakt in andere gebieden is onvoldoende om hieraan een zwaarwegender belang toe te kennen.
Conclusie en gevolgen
1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
(…)
2. De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.
1. De op de plankaart voor Recreatie-Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
(…)
(…)