In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en de luchtvaartmaatschappij Lot Polish Airlines. De passagier, vertegenwoordigd door EUclaim B.V., vorderde compensatie van € 250,00 wegens vertraging van haar vlucht van Vilnius naar Amsterdam op 7 mei 2019. De vlucht was vertraagd door een combinatie van omstandigheden, waaronder een opgelegde 'New Calculated Take off Time' (CTOT) door de luchtverkeersleiding, wat de vervoerder aanvoerde als buitengewone omstandigheden die de vertraging veroorzaakten. De passagier betwistte echter dat alle vertragingen als buitengewoon konden worden aangemerkt en stelde dat een deel van de vertraging niet door deze omstandigheden was veroorzaakt. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder niet voldoende had aangetoond dat de vertraging volledig het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter concludeerde dat de passagier de aansluitende vlucht had kunnen halen zonder de buitengewone omstandigheden en dat de vervoerder alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te voorkomen. Daarom werd de vordering tot compensatie afgewezen en werd de passagier veroordeeld tot betaling van de proceskosten.