Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
3 mei 2022;
2.De feiten
;
;
3.Het verzoek
De relatie van partijen is in september 2021 beëindigd en de vader is in mei 2022 geëmigreerd naar Curaçao. Dit idee is voorafgaand in goede harmonie tussen partijen besproken. De kinderen zijn nog aan deze verandering aan het wennen en vooral [de minderjarige 1] heeft het hier soms moeilijk mee. [de minderjarige 1] krijgt hulp van een maatschappelijk werker en dat lijkt zich positief te ontwikkelen. Ondanks deze nieuwe situatie zijn de verhoudingen tussen partijen goed. Er is op regelmatige basis contact tussen partijen en de moeder informeert de vader over belangrijke zaken aangaande de kinderen, zoals het welzijn van de kinderen en over de voortgang op school, sport, etc. Ook is er sprake van een goede verhouding tussen de vader en de kinderen. De vader en de kinderen hebben op regelmatige basis belcontact met elkaar. De moeder acht het het meest in het belang van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] dat zij met eenhoofdig gezag wordt belast. Zij kan dan zelfstandig de belangrijke beslissingen nemen over hen. Nu zij al het eenhoofdig gezag uitoefent over [de minderjarige 3] , zal de gezagssituatie ten aanzien van alle minderjarige kinderen (volledig) gelijk zijn.
4.Het standpunt van de vader
5.Het standpunt van de Raad voor de Kinderbescherming
6.De beoordeling
7.De beslissing
[de minderjarige 1], geboren op [geboortedag] 2007 te [geboorteplaats] ,
[de minderjarige 2], geboren op [geboortedag] 2012 te [geboorteplaats] ,