In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en gedaagden over de schending van een vaststellingsovereenkomst. Eiseres, eigenaar van een woning, had in 2004 een overeenkomst gesloten met haar voormalige buurman, gedaagde, waarin werd bepaald dat gedaagde zijn weiland niet bedrijfsmatig mocht exploiteren. Eiseres vorderde een boete van € 20.000,00 omdat gedaagden, na de verkoop van zijn woning aan nieuwe eigenaren, niet had gezorgd dat deze verplichting werd doorgegeven. De nieuwe eigenaren, die actief zijn als influencers, maakten video’s op het weiland, wat eiseres als bedrijfsmatige exploitatie beschouwde.
De kantonrechter oordeelde dat gedaagden niet aansprakelijk was voor de boete. De rechter stelde vast dat de activiteiten van de nieuwe eigenaren niet als bedrijfsmatig konden worden gekwalificeerd, omdat hun filmpjes voornamelijk alledaagse activiteiten betroffen en niet gericht waren op commerciële exploitatie. Bovendien had gedaagde voldoende aangetoond dat hij de verplichtingen uit de overeenkomst aan de nieuwe eigenaren had doorgegeven. De kantonrechter wees de vordering van eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten, die op € 746,00 werden vastgesteld.