ECLI:NL:RBNHO:2022:9548
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Sanctie wegens schending van de contractuele informatieplicht in een overeenkomst op afstand
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verstekvonnis tussen de vennootschap Coeo Securitisation Limited, gevestigd te Dublin, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft de gedaagde gedagvaard op basis van een overeenkomst op afstand, waarbij de wettelijke precontractuele informatieplichten van het Burgerlijk Wetboek (BW) in acht genomen moesten worden. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of aan deze informatieplichten was voldaan, ook al was er geen verweer van de gedaagde partij.
De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij voldoende had aangetoond dat zij aan de precontractuele informatieplichten had voldaan, maar dat zij niet had voldaan aan de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW. De eisende partij had een algemene bestelbevestiging overgelegd, maar deze voldeed niet aan de eisen van het BW, omdat er geen concrete bewijsstukken waren dat de bevestiging daadwerkelijk naar de gedaagde was verzonden. De kantonrechter heeft daarom een sanctie opgelegd, waarbij de overeenkomst gedeeltelijk werd vernietigd voor 25% van de verschuldigde koopprijs.
De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 41,95, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde ook in de proceskosten veroordeeld. De eisende partij werd erop gewezen dat haar onderbouwing van de (pre)contractuele informatieplichten onvoldoende was, en dat een gebrek aan onderbouwing kan leiden tot afwijzing van de vordering. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.