6.3.Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft al jarenlang een conflict met zijn buren. Toen hij zijn buurvrouw tegenkwam in de supermarkt, heeft hij haar, terwijl hij onder invloed van alcohol was, zonder enige aanwijsbare aanleiding aangevallen en met een klauwhamer op het hoofd geslagen. De verdachte heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan een zeer ernstig misdrijf waarbij hij de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het slachtoffer als gevolg van zijn handelen om het leven zou komen. Dat dit niet is gebeurd, is een omstandigheid die niet aan de verdachte is te danken. Door zijn handelen heeft de verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijk integriteit van het slachtoffer. Deze aanval heeft dan ook veel impact gehad op het slachtoffer, temeer nu het feit is gepleegd door haar buurman. Daarnaast zijn ook omstanders getuige geweest van deze grove geweldpleging in de openbare ruimte, hetgeen ook bij hen gevoelens van onveiligheid heeft teweeggebracht.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 22 juni 2022. Hieruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld. In dit opzicht zijn geen strafverzwarende factoren aanwezig.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 28 september 2022 van [reclasseringswerkster] als reclasseringswerkster verbonden aan Reclassering Nederland. Uit het advies volgt dat er bij de verdachte sprake is van een cognitieve beperking, alcoholgebruik en een gebrek aan probleemoplossend vermogen. De verdachte is gemotiveerd om zich te conformeren aan afspraken met de reclassering van Fivoor en om een behandeling aan te gaan bij De Waag. Er wordt geadviseerd om een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen in de vorm van een meldplicht, ambulante behandeling, alcoholverbod, contactverbod en straatverbod.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van het psychologisch rapport over verdachte gedateerd 5 augustus 2022. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
Het tekortschietende vermogen om met de tegenslagen om te gaan hangt samen met zijn intellectuele beperkingen en zijn geringe emotionele draagkracht. Hij overziet zaken slecht, kan zaken bijvoorbeeld niet relativeren en hij raakt dan snel emotioneel van slag. Hij is vervolgens deze verhoogde innerlijke onrust gaan dempen met alcohol, met als gevolg dat er sprake is geweest van een gedragsontremming, ten gevolge van alcoholgebruik, waarbij hij zijn gevoelens van boosheid heeft uit geageerd.Onderzoeker acht sprake van een doorwerking van de geconstateerde psychische problematiek en beperkingen op zijn gedrag ten tijde van het tenlastegelegde. Betrokkene moet verstandelijk in staat worden geacht om de wederrechtelijkheid van het tenlastegelegde in te kunnen zien. Hij kan echter als gevolg van de geconstateerde psychische problematiek niet goed in staat worden geacht om zijn wil overeenkomstig voornoemd inzicht geheel in vrijheid te kunnen bepalen. Geadviseerd wordt om het tenlastegelegde – indien bewezen – betrokkene in verminderde mate toe te rekenen.
Met de conclusie van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen. Dit leidt ertoe dat de rechtbank de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar acht voor het bewezenverklaarde. Hiermee wordt rekening gehouden bij de strafoplegging.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan de bijzondere voorwaarden verbinden in de vorm van een meldplicht, ambulante behandeling en een drugsverbod met een proeftijd van drie jaren, opdat de verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
Anders dan door de reclassering wordt geadviseerd, zal de rechtbank aan de bijzondere voorwaarden geen straatverbod koppelen, omdat de verdachte momenteel nog in dezelfde straat woont als het slachtoffer en voldoende op de situatie toegesneden resultaat kan worden verwacht van een contactverbod.
Daarnaast zal de rechtbank aan de verdachte een contactverbod opleggen, gedurende drie jaren in de vorm van een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid ex artikel 38v Sr, ter voorkoming van strafbare feiten en ter beveiliging van de maatschappij. De verdachte mag op geen enkele wijze – direct of indirect – contact opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] en [naam] . Voor iedere keer dat de verdachte een van deze verboden overtreedt, zal vervangende hechtenis van de hierna bepaalde duur worden opgelegd.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen, beveelt de rechtbank, gelet op artikel 38v, vierde lid, Sr, dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.