ECLI:NL:RBNHO:2022:9495
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2015 en 2016; recht op aftrek specifieke zorgkosten en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 september 2022 uitspraak gedaan in de zaken HAA 21/2617 en HAA 21/2618, waarin eiser in beroep ging tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2015 en 2016. De inspecteur van de Belastingdienst had aan eiser navorderingsaanslagen opgelegd, omdat hij ten onrechte aftrek voor specifieke zorgkosten had geclaimd. Eiser stelde dat de navorderingsaanslagen onterecht waren en dat hij recht had op een hogere aftrek voor specifieke zorgkosten, alsook op een proceskostenvergoeding in de bezwaarfase.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen bewijsstukken heeft overgelegd ter onderbouwing van zijn claim voor specifieke zorgkosten. Eiser had in zijn aangiften voor de jaren 2015 en 2016 bedragen als specifieke zorgkosten opgenomen, maar de inspecteur had om bewijsstukken verzocht, welke eiser niet heeft verstrekt. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij recht had op de gevraagde aftrekken.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen sprake was van een aan de verweerder te wijten onrechtmatigheid, waardoor eiser ook geen recht had op een proceskostenvergoeding. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond, wat betekent dat de navorderingsaanslagen en de beslissingen van de inspecteur in stand blijven. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.