Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 27 september 2022
2.De feiten
- [gedaagde] heeft zijn oprechte verontschuldigingen aan de fractie aangeboden,
- [gedaagde] betaalt terug in maandelijkse termijnen van €250. De eerste aflossing is verschuldigd per 1 mei 2020.
- [gedaagde] heeft zijn rol als fractievoorzitter beschikbaar gesteld aan de fractie. De fractie heeft dit voorstel aangenomen en zal een opvolger benoemen die in het nieuwe politieke jaar per medio augustus 2020 deze taak zal overnemen.
- [gedaagde] blijft fractielid en daarmee ook Raadslid van [eiser] [plaats 1] .
- [gedaagde] betaalt zijn maandelijkse bijdrage aan de campagnekas.
- Een ondertekend huurcontract voor een woonruimte (bestemming ‘gebruik volledige woning‘) dat op naam staat van betrokkene en niet op naam van de fractie / politieke partij [eiser]
- de constatering dat – op last van de gemeente – de verhuurder betrokkene heeft gesommeerd de ruimte te verlaten en de verhuurder (noodgedwongen) de huurovereenkomst beëindigd heeft. De gemeente vond dat er illegale (be)woning in een (bedrijfs)pand plaatsvond. Als de ruimte (uitsluitend) als fractiekantoor had gefungeerd, was dit besluit niet genomen.
- Verklaring van huidig raadslid die stelt dat “de stelling ‘dat de partij [eiser] geen fractiekantoor heeft (gehad) anders dan de ruimte die aan de fractie (kosteloos) ter beschikking stond’ in principe klopt.
Noch [betrokkene 1] , noch [gedaagde] zich qua communicatie gehouden hebben aan de in de Gedragscode integriteit voorgeschreven terughoudendheid.
3.Het geschil in conventie
€ 11.360,00
€ - 750,00