ECLI:NL:RBNHO:2022:9441

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 oktober 2022
Publicatiedatum
24 oktober 2022
Zaaknummer
9614274
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht op basis van Europese Verordening inzake luchtreizigersrechten

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O., vertegenwoordigd door mr. H. Bulut-Yazir, wegens compensatie voor een geannuleerde vlucht. De vordering is ingesteld op 21 december 2021, naar aanleiding van de annulering van vlucht TK7224 van Istanbul naar Erzincan op 16 augustus 2021. De passagiers, [betrokkene 1] en [betrokkene 2], hadden hun vorderingsrecht gecedeerd aan AirHelp. De vervoerder heeft de annulering betwist en aangevoerd dat deze het gevolg was van een defecte 'localizer'.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de annulering van de vlucht niet in geschil is. De vervoerder heeft echter zijn verweer niet voldoende onderbouwd, aangezien hij geen bewijs heeft geleverd voor de gestelde buitengewone omstandigheden. De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder zijn verweer onvoldoende heeft onderbouwd en dat er in beginsel een compensatieplicht geldt. De vordering van AirHelp tot betaling van € 800,00, vermeerderd met wettelijke rente, wordt toegewezen. Daarnaast worden de proceskosten aan de vervoerder opgelegd, omdat deze ongelijk heeft gekregen.

De kantonrechter heeft in zijn beslissing de vordering van AirHelp toegewezen en de vervoerder veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 oktober 2022.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9614274 \ CV EXPL 22-27
Uitspraakdatum: 26 oktober 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn
eiser
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands echt
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara (Turkije)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. H. Bulut-Yazir

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 21 december 2021 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] (hierna: de passagiers) hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hen diende te vervoeren van Amsterdam Schiphol Airport via Sabiha Gokcen Istanbul (Turkije) naar Erzincan Airport (Turkije) op 16 augustus 2021.
2.2.
De vlucht van Istanbul naar Erzincan (TK7224) is geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben hun vermeende vorderingsrecht gecedeerd aan Airhelp.
2.4.
Airhelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde annulering.
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 augustus 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering en doet een beroep op buitengewone omstandigheden. Hij voert daartoe aan dat de vlucht is geannuleerd wegens een defecte ‘localizer’.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Niet in geschil is dat de vlucht is geannuleerd. Nu gesteld, noch gebleken is dat de vervoerder zich kan beroepen op artikel 5, eerste lid, onder c sub i, ii of iii van de Verordening, geldt er in beginsel een compensatieplicht voor de vervoerder. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden.
5.3.
De vervoerder heeft aangevoerd dat de vlucht is geannuleerd als gevolg van een defecte ‘localizer’. De vervoerder heeft zijn verweer niet met enige stukken onderbouwd. Bij dupliek heeft de vervoerder aangegeven dat hij de NOTAM (notice to airmen) waar hij zich op beroept niet kan overleggen. De kantonrechter overweegt als volgt. Het is aan de luchtvaartmaatschappij om voldoende gegevens en onderbouwing te verstrekken opdat de kantonrechter een oordeel kan vormen. Dit heeft de vervoerder nagelaten. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de vervoerder zijn verweer dat de annulering het gevolg is geweest van een buitengewone omstandigheid onvoldoende heeft onderbouwd. De vordering tot betaling van de hoofdsom zal worden toegewezen.
5.4.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.5.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder, omdat deze ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan Airhelp van € 800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 augustus 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
6.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Airhelp tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 119,21;
griffierecht € 322,00;
salaris gemachtigde € 248,00;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter