ECLI:NL:RBNHO:2022:9389

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 oktober 2022
Publicatiedatum
24 oktober 2022
Zaaknummer
C/15/328621 / HA ZA 22-335
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident over oproeping in vrijwaring en onbehoorlijk bestuur in een civiele procedure

Op 26 oktober 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, een vonnis in incident gewezen in de zaak tussen Full Fill B.V. en [gedaagde] c.s. In deze procedure vorderde Full Fill dat de rechtbank [gedaagde] en Triple Dot hoofdelijk zou veroordelen tot betaling van een bedrag van € 35.506,98, alsook dat hen een onbehoorlijk bestuur zou worden verweten. In het incident vorderden [gedaagde] c.s. om [betrokkene 2] in vrijwaring op te roepen, stellende dat hij onrechtmatig had gehandeld door toegang te geven tot het zakelijke e-mailaccount van [gedaagde]. De rechtbank overwoog dat voor toewijzing van een incidentele vordering tot vrijwaring vereist is dat de gewaarborgde zich beroept op een rechtsverhouding met een derde. De rechtbank oordeelde dat de gestelde rechtsverhouding niet voldoende was aangetoond en dat [gedaagde] c.s. de gevolgen van een eventuele veroordeling in de hoofdzaak niet konden afwentelen op [betrokkene 2]. Daarom werd de incidentele vordering afgewezen en werden [gedaagde] c.s. veroordeeld in de proceskosten van het incident. De hoofdzaak zal op 7 december 2022 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord in reconventie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/328621 / HA ZA 22-335
Vonnis in incident van 26 oktober 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FULL FILL B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
eiseres in conventie in de hoofdzaak,
verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. O.J. Hennis te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde],

wonende te [plaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRIPLE DOT B.V.,
gevestigd te Badhoevedorp,
gedaagden in conventie in de hoofdzaak,
eiseressen in reconventie in de hoofdzaak,
eiseressen in het incident,
advocaat mr. N.M. Don te Amsterdam.
Partijen zullen hierna worden genoemd eiseres ‘Full Fill’ en gedaagden gezamenlijk ‘[gedaagde] c.s.’ en ieder afzonderlijk ‘[gedaagde]’ respectievelijk ‘Triple Dot’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring, tevens conclusie van antwoord, tevens houdende conclusie van eis in reconventie met producties
  • de conclusie van antwoord van antwoord in het incident met producties
  • de akte uitlating producties in het incident met producties
  • de brief d.d. 27 september 2022 van mr. Hennis waarin hij in gaat op de akte van [gedaagde] c.s., waarin hij verzoekt nog een akte te mogen nemen.
1.2.
De rechtbank heeft beslist dat de zaak voor vonnis in het incident komt te staan, waarna het vonnis in het incident is bepaald op heden.
2. De hoofdzaak
2.1.
De enig bestuurder en aandeelhouder van Full Fill is Flappen B.V., van welke onderneming [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) enig aandeelhouder en bestuurder is.
2.2.
Tot 12 oktober 2021 was Triple Dot voor 50% medeaandeelhouder en -bestuurder van Full Fill. [gedaagde] is de enig aandeelhouder en bestuurder van Triple Dot.
2.3.
[gedaagde] is de moeder van [betrokkene 1]. Tussen hen is een zakelijk geschil ontstaan, dat er uiteindelijk toe heeft geleid dat [gedaagde] c.s. sinds 12 oktober 2021 geen medebestuurder meer is van Full Fill en dat Triple Dot op 12 november 2021 haar aandelen in Full Fill aan Flappen B.V. heeft overgedragen. [betrokkene 1] houdt nu dus (indirect) 100% van de aandelen in Full Fill.
2.4.
Full Fill vordert in de hoofdzaak – samengevat - dat de rechtbank bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Triple Dot en [gedaagde] hoofdelijk zal veroordelen om aan Full Fill tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 35.506,98, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente vanaf 15 december 2021;
II. voor recht zal verklaren dat Triple Dot en [gedaagde] tegenover Full Fill haar taak (de rechtbank begrijpt: als bestuurder) onbehoorlijk hebben vervuld en daarvoor aansprakelijk zijn, althans onrechtmatig hebben gehandeld jegens Full Fill;
III. Triple Dot en [gedaagde] hoofdelijk zal veroordelen om aan Full Fill tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen primair een bedrag van € 101.001,48, subsidiair
€ 97.548,41, meer subsidiair € 85.411,50, nog meer subsidiair € 76.565,73 dan wel
€ 64.728,32, althans uiterst subsidiair € 52.306,98, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente over het toegewezen bedrag;
IV. [gedaagde] c.s. zal veroordelen in de kosten van de procedure, te vermeerderen met wettelijke rente.
2.5.
Full Fill baseert haar vorderingen op de stellingen dat [gedaagde] als zelfstandig bevoegd bestuurder van Full Fill ten onrechte privé-uitgaven ten laste heeft gebracht van de rekening van Full Fill en dat [gedaagde] c.s. als bestuurder haar taak als bestuurder onbehoorlijk heeft vervuld waardoor Full Fill schade heeft geleden, welke schade [gedaagde] c.s. aan Full Fill dient te vergoeden.

3.De standpunten in het incident

3.1.
[gedaagde] c.s. vorderen dat hen wordt toegestaan [betrokkene 2] in vrijwaring op te roepen. Zij stellen dat [betrokkene 2] vanaf 2017/2018 op freelancebasis via zijn eenmanszaak i6 Media gedurende twee dagen per week werkzaam is voor Full Fill en aan Full Fill gelieerde bedrijven, als beheerder van de financiële, administratieve en ICT systemen binnen die groep van bedrijven en vanuit die positie onder meer de wachtwoorden beheerde en werd ingeschakeld bij het oplossen van (ICT)problemen.
[gedaagde] c.s. stellen dat Full Fill bij de onderbouwing van haar vorderingen in de hoofdzaak onder meer gebruik maakt van e-mailcorrespondentie afkomstig van het zakelijke e-mailadres van [gedaagde]. Zij stellen dat Full Fill deze privédocumenten van [gedaagde] alleen heeft kunnen bemachtigen door in te loggen in de e-mailaccount van [gedaagde], welk inloggen moet zijn gedaan doordat [betrokkene 2], die de beste vriend is van [betrokkene 1], de inloggegevens van dat e-mailaccount aan hem heeft verstrekt, zonder [gedaagde] hiervan in kennis te stellen en zonder haar toestemming. [gedaagde] c.s. stellen dat [betrokkene 2] hierdoor onrechtmatig jegens hun heeft gehandeld en gehandeld heeft in strijd met artikel 8 EVRM en artikel 6 AVG. [gedaagde] c.s. stellen dat als gevolg van dit onrechtmatig handelen [betrokkene 2] gehouden is hen te vrijwaren voor de gevolgen van een veroordeling in de hoofdzaak op grond van het sub II en III door Full Fill gevorderde.
3.2.
Full Fill voert verweer. Zij betwist dat [betrokkene 2] het e-mailaccount van [gedaagde] beheerde en voert aan dat het beheer van de e-mailaccounts vanaf de overgang op 7 maart 2019 naar Microsoft 365 onafgebroken in beheer is geweest bij [betrokkene 1] als globale beheerder. Voorts stelt zij dat [gedaagde] hier ook van op de hoogte was zodat daarmee iedere grond aan de door haar gestelde onrechtmatige daad van [betrokkene 2] ontvalt en de incidentele vordering moet worden afgewezen.
3.3.
[gedaagde] c.s. zijn in de gelegenheid gesteld bij akte te reageren op de door Full Fill bij haar antwoord overgelegde producties.
In deze akte uitlating producties betwisten zij nadrukkelijk de juistheid van de stelling van Full Fill dat [betrokkene 1] de globale beheerder was van de e-mailaccounts. Ter onderbouwing daarvan legt zijn nadere producties over.
3.4.
In zijn brief van 27 september 2022 aan de rechtbank weerspreekt de advocaat van Full Fill zeer summier de stellingen van [gedaagde] c.s. in hun akte en verzoekt hij de rechtbank om nader bij akte te mogen reageren als de rechtbank de vordering niet aanstonds zal afwijzen. Dit verzoek is niet gehonoreerd.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
De rechtbank overweegt als volgt. Voor toewijzing van een incidentele vordering tot vrijwaring is vereist dat de gewaarborgde zich beroept op een rechtsverhouding met een derde, die meebrengt dat die derde verplicht is om de nadelige gevolgen van de beslissing in de hoofdzaak tegen de gewaarborgde te dragen. Het bestaan van die rechtsverhouding behoeft in het vrijwaringsincident niet te worden aangetoond.
4.2.
[gedaagde] c.s. doen een beroep op een onrechtmatige daad van [betrokkene 2] waardoor hij gehouden zou zijn hen te vrijwaren bij een veroordeling in de hoofdzaak op grond van het sub II en III door Full Fill gevorderde. Die onrechtmatige daad zou er volgens [gedaagde] c.s. uit bestaan dat [betrokkene 2] zonder toestemming van [gedaagde] c.s. of zonder [gedaagde] c.s. daarin te kennen Full Fill toegang heeft gegeven tot het zakelijke e-mailaccount van [gedaagde].
4.3.
Full Fill heeft betwist dat die situatie zich heeft voorgedaan. De rechtbank kan hier in het midden laten of [betrokkene 2] zich heeft schuldig gemaakt aan een onrechtmatige daad of niet omdat het bestaan van de gestelde rechtsverhouding in een vrijwaringsincident niet hoeft te worden aangetoond. Wat wel van belang is bij de beoordeling van de incidentele vordering is de vraag of de door [gedaagde] c.s. gestelde rechtsverhouding met [betrokkene 2] ertoe zou kunnen leiden dat [betrokkene 2] verplicht zou worden om de nadelige gevolgen van een veroordeling van [gedaagde] c.s. in de hoofdzaak te dragen. Die vraag moet ontkennend worden beantwoord en daarbij is het volgende van belang.
4.4.
Die vorderingen sub II en III in de hoofdzaak hebben betrekking op de stelling van Full Fill dat [gedaagde] c.s. zich als bestuurder van Full Fill schuldig hebben gemaakt aan onbehoorlijk bestuur.
Als in de hoofdzaak geoordeeld zal worden dat inderdaad sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur door [gedaagde] c.s. als zelfstandig bestuurder/-aandeelhouder van Full Fill, dan zal dat zijn omdat de rechtbank tot het oordeel komt dat aan [gedaagde] c.s. een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt, waardoor zij jegens Full Fill schadeplichtig kan zijn. Het gaat daarbij om gedragingen van [gedaagde] c.s. als bestuurder. Niet valt in te zien dat en op welke wijze [gedaagde] c.s. de gevolgen van een dergelijke veroordeling zouden kunnen afwentelen op [betrokkene 2].
4.5.
Om die reden wordt geoordeeld dat de incidentele vordering zal worden afgewezen, omdat de aangevoerde gronden die vordering niet kunnen dragen.
4.6.
[gedaagde] c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van Full Fill tot op heden begroot op € 563,00,
5.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
5.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
7 december 2022voor conclusie van antwoord in reconventie.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2022. [1]

Voetnoten

1.type: 1155