ECLI:NL:RBNHO:2022:9328
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een aanlijn- en muilkorfgebod voor een hond na een bijtincident
Op 19 oktober 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak waarin eisers, de eigenaren van een hond, in beroep gingen tegen een aanlijn- en muilkorfgebod dat was opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen. Dit gebod volgde op een ernstig bijtincident waarbij de hond van eisers, genaamd [naam 1], de hond van derde-partij, [naam 2], ernstig verwondde. De rechtbank oordeelde dat het college beoordelingsruimte heeft bij de kwalificatie van een hond als gevaarlijk of hinderlijk volgens de Algemene plaatselijke verordening (APV). De rechtbank stelde vast dat er een bijtincident had plaatsgevonden en dat de hond van derde-partij ernstig gewond was geraakt, wat het college de mogelijkheid gaf om het aanlijn- en muilkorfgebod op te leggen. De rechtbank oordeelde dat het college redelijkerwijs tot de conclusie kon komen dat de hond van eisers gevaarlijk was, ondanks het feit dat de gedragstherapeut de hond niet als gevaarlijk had gekwalificeerd. Het beroep van eisers werd ongegrond verklaard, en de rechtbank verklaarde het beroep tegen het eerdere besluit niet-ontvankelijk. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van eisers en moest het griffierecht vergoeden.