ECLI:NL:RBNHO:2022:9264
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een vordering tot verhuisvergoeding in kort geding wegens gebrek aan spoedeisend belang en ontbinding van huurovereenkomst
In deze zaak heeft eiser Ronald Jan Ymere gedagvaard in kort geding, waarbij hij een verhuisvergoeding vorderde van € 6.505,00. Eiser stelt dat hij recht heeft op deze vergoeding omdat hij moet verhuizen vanwege renovatiewerkzaamheden in de door hem gehuurde woning. De mondelinge behandeling vond plaats op 30 september 2022, na de dagvaarding op 19 september 2022. Eiser heeft sinds juni 2022 niet meer in de woning gewoond en heeft de huur niet betaald. Ymere betwist de vordering en stelt dat er geen huurovereenkomst meer bestaat, aangezien deze in 2017 is ontbonden en de ontruiming is aangezegd. De kantonrechter oordeelt dat eiser geen spoedeisend belang heeft bij zijn vordering, omdat hij familie heeft die hem kan helpen met verhuizen. Bovendien is het onduidelijk of er nog een huurovereenkomst bestaat, wat essentieel is voor de toewijsbaarheid van de verhuisvergoeding. De kantonrechter wijst de vordering af en legt de proceskosten op aan eiser.