ECLI:NL:RBNHO:2022:9261

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 mei 2022
Publicatiedatum
19 oktober 2022
Zaaknummer
9723658 \ WM VERZ 22-157
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens niet volgen van voorsorteerstrook op kruispunt

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete gekregen omdat hij op een kruispunt niet de richting volgde die de voorsorteerstrook aangaf. De betrokkene heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zitting vond plaats op 19 april 2022, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld op basis van de stukken in het dossier, waaronder de verklaring van de verbalisant.

De kantonrechter oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond. De betrokkene betwistte de gedraging niet, maar stelde dat hij per ongeluk de verkeerde voorsorteerstrook had gekozen. Hij had contact gezocht met andere automobilisten en was zonder gevaar van rijstrook gewisseld. De kantonrechter wees erop dat artikel 78 RVV1990 bestuurders verplicht om de richting te volgen die de voorsorteerstrook aangeeft. De kantonrechter zag geen reden om de boete te matigen, ook niet omdat andere weggebruikers hem hadden toegestaan om van rijstrook te wisselen. Het beroep werd ongegrond verklaard en er werden geen proceskosten toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 9723658 \ WM VERZ 22-157
CJIB-nummer : 240523356
Uitspraakdatum : 3 mei 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : M.J.M. Bergers, Boete.nu te Maastricht.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 april 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren. Aanvullend stelt de vertegenwoordiger van de officier van justitie dat betrokkene er voor had moeten kiezen de voorsorteerstrook te volgen en verderop te keren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook aangeeft.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene betwist de gedraging dan ook niet, maar stelt dat hij per ongeluk de verkeerde voorsorteerstrook had gekozen. Toen hij zich dat realiseerde zocht betrokkene contact met de automobilisten op de andere voorsorteerstrook, waarna zij hem gebaarde dat zij hem voor zouden laten gaan. Betrokkene is toen van rijstrook gewisseld zonder daarbij enig gevaar te veroorzaken. Gelet op deze omstandigheden verzoekt de gemachtigde de boete te matigen.
Op grond van artikel 78 RVV1990 zijn bestuurders van een motorvoertuig en bromfietsers die de rijbaan volgen, verplicht op een kruispunt de richting te volgen die de voorsorteerstrook waarop zij zich bevinden aangeeft. De verplichte rijrichting kan blijken uit pijlen op het wegdek of uit een verkeersbord. De strekking van dit artikel is het bevorderen van een rustig verkeersbeeld en de verkeersveiligheid. Uit de nota van toelichting bij artikel 78 RVV1990 blijkt dat een bestuurder die van voorsorteervak wisselt daarom kan worden aangesproken, zelfs al is ter plaatse geen doorgetrokken streep aangebracht. Betrokkene had daarom een andere keuze moeten maken en de vóór de kruising gekozen rijrichting moeten blijven volgen. Vervolgens had betrokkene verderop kunnen keren en zijn weg in de juiste richting kunnen vervolgen.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd geen reden om de boete te matigen. Dat de medeweggebruikers betrokkene hebben toegestaan om te wisselen van rijstrook doet daar niets aan af. Ook het verweer dat betrokkene het overige verkeer niet heeft gehinderd of in gevaar heeft gebracht treft geen doel, nu dit niet afdoet aan het verboden karakter van de gedraging.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Nu het beroep ongegrond wordt verklaard ziet de kantonrechter geen aanleiding om proceskosten toe te kennen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek op vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: