Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- het meermalen met de penis penetreren van de vagina van voornoemde [slachtoffer] en
- het meermalen penetreren van de vagina van voornoemde [slachtoffer] met een vinger.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
,als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland;
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
10 (tien) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
5 (vijf) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 11.505,69 (elfduizend vijfhonderdvijf euro en negentig cent), bestaande uit € 4.005,69 als vergoeding voor de materiële en € 7.500,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de mededader is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
€ 11.505,69 (elfduizend vijfhonderdvijf euro en negenenzestig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 92 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.