Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen, op of omstreeks 18 augustus 2019 te Obdam, gemeente Koggenland, in elk geval in
Nederland met [slachtoffer 1], van wie hij en of zijn mededader(s) wist(en) dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, door het gebruik van alcohol en/of weed en/of GHB en/of cocaïne, in elk geval verdovende middelen, (telkens) een of meer handelingen heeft/hebben gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], te weten
- het meermalen met de penis penetreren van de anus en/of de vagina van voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- het meermalen penetreren van de anus en/of de vagina van voornoemde [slachtoffer 2] met een of meer vingers en/of een vuist;
Nederland met [slachtoffer 1], van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde,
dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed dat die [slachtoffer 2] niet of onvolkomen in staat was haar wil
daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het maken van stotende bewegingen met zijn, verdachtes heupen en/of penis, althans zijn kruis tegen de (blote) billen van voornoemde [slachtoffer 2];
hij op een of meer verschillende tijdstippen op of omstreeks 18 augustus 2019 te Obdam, gemeente Koggenland, in elk geval in Nederland, (telkens) gebruik
makende van een technisch hulpmiddel, te weten een mobiele telefoon (Apple Iphone S6), waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, te weten [slachtoffer 1], aanwezig in een woning, gelegen aan de [adres 2], een of meer afbeelding(en), te weten één of meer filmpje(s) heeft vervaardigd;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 augustus 2019 tot en met 3 september 2019 te Hoogwoud, gemeente Opmeer, in elk geval in
Nederland niet-openbare gegevens, te weten een of meer filmpje(s), welke door verdachte was/waren vervaardigd met een technisch hulpmiddel, te weten een mobiele telefoon, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, van een persoon te weten [slachtoffer 1], aanwezig in een woning gelegen aan de [adres 2], en waarover verdachte aldus de beschikking heeft gehad, ter beschikking van een of meer ander(en), te weten [betrokkene] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) heeft gesteld, en/of aan een of meer ander(en), te weten aan [betrokkene] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) bekend heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het door misdrijf verkregen gegevens betrof.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
hij tezamen en in vereniging met een ander, op 18 augustus 2019 te Obdam, gemeente Koggenland, met [slachtoffer 1], van wie hij en zijn mededader wisten dat deze in staat van bewusteloosheid en lichamelijke onmacht verkeerde door het gebruik van alcohol en GHB, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], te weten
- het meermalen met de penis penetreren van de vagina van voornoemde [slachtoffer 2] en
- het meermalen penetreren van de vagina van voornoemde [slachtoffer 2] met een vinger;
hij op tijdstippen op 18 augustus 2019 te Obdam, gemeente Koggenland, telkens gebruik makende van een technisch hulpmiddel, te weten een mobiele telefoon (Apple Iphone S6), waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, telkens opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, te weten [slachtoffer 1], aanwezig in een woning, gelegen aan de [adres 2], afbeeldingen, te weten filmpjes heeft vervaardigd;
hij op tijdstippen in de periode van 18 augustus 2019 tot en met 3 september 2019 in Nederland niet-openbare gegevens, te weten filmpjes, welke door verdachte waren vervaardigd met een technisch hulpmiddel, te weten een mobiele telefoon, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, van een persoon te weten [slachtoffer 1], aanwezig in een woning en waarover verdachte aldus de beschikking heeft gehad, ter beschikking van anderen, te weten [betrokkene] en een onbekend gebleven persoon heeft gesteld, terwijl hij, verdachte, wist dat het door misdrijf verkregen gegevens betrof.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
12 (twaalf) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
4 (vier) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
met betrekking tot het bewezenverklaarde onder 1 primair,toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 11.505,69 (elfduizend vijfhonderdvijf euro en negentig cent), bestaande uit € 4.005,69 als vergoeding voor de materiële en € 7.500,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de mededader is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
met betrekking tot het bewezenverklaarde onder 1 primair,als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 1] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 11.505,69 (elfduizend vijfhonderdvijf euro en negenenzestig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 92 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
met betrekking tot het bewezenverklaarde onder 2 en 3,toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.500,- (tweeduizend vijfhonderd euro)bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
met betrekking tot het bewezenverklaarde onder 2 en 3,als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 1] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 2.500,- (tweeduizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 35 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.