Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 25 mei 2022;
- de aanvullende productie 7 van de zijde van WFS;
- de akte overlegging aanvullende producties, tevens houdende wijziging van eis;
- de spreekaantekeningen van de advocaat van PRC c.s.;
- de spreekaantekeningen van de advocaat van WFS;
- de mondelinge behandeling van 18 augustus 2022 en de daarvan door de griffier bijgehouden aantekeningen;
- een akte uitlatingen van 7 september 2022.
2.De zaak in het kort
3.Feiten
4.Het geschil
5.De overwegingen
Internationale bevoegdheid en toepasselijk recht
bis). Aangezien de grondslag die aan de vorderingen ten grondslag ligt onrechtmatige daad is en het schade brengende feit zich in Nederland heeft voorgedaan, is op grond van art. 7 sub 2 Vo Brussel I
bisde Nederlandse rechter bevoegd om van de vorderingen van AXA XL jegens WFS kennis te nemen.
bisniet van toepassing is. De internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter moet wat haar betreft worden beoordeeld aan de hand van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Aangezien de grondslag van de vorderingen onrechtmatige daad is, is op grond van artikel 6, aanhef en onder e Rv de Nederlandse rechter daarom ook bevoegd om van de vorderingen tegen PRC kennis te nemen.
- een ‘
- een ‘
- een ‘
- een ‘
- pagina’s uit het strafdossier met delen van het verhoor van [betrokkene 2] één van de oud-werknemers tegen wie een verdenking loopt.
NJ2002/495 (
Geldnet/Kwantum)). Bij de beantwoording van de vraag of aan het criterium is voldaan, zal moeten worden gelet op de inhoud van die verbintenis, in dit geval de verbintenissen tussen PRC en de ladingbelanghebbenden.
tenzijanders bepaald in ‘Schedule 2’. De relevante bepalingen van Schedule 2 luiden als volgt, waarbij voor ‘Supplier’ PRC moet worden gelezen (onderstreping rechtbank):
4.982,00(2,0 × tarief € 2.491,003.856,00)