Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De vordering
€ 2.942.960,-en dat aan de veroordeelde de verplichting zal worden opgelegd tot betaling aan de Staat van dat bedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
2.Het verloop van de procedure
3.Het standpunt van de officier van justitie
4.Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
5.Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
denktdat het van de drugs komt. Daarnaast verklaart zij in hetzelfde verhoor dat de veroordeelde, voordat zij zelf kwam vast te zitten, twee of drie keer in de week mensen op pad had gestuurd, om verderop in het verhoor te verklaren ‘
U vraagt mij hoe vaak [bijnaam veroordeelde] dit gedaan heeft. Het was voor de periode dat ik vast heb gezeten maar ook toen ik vast zat. Ik kan niet zeggen hoe vaak. Maar als hij huizen kan bouwen dan denk ik wel vaak.’ Op 28 mei 2014 heeft [betrokkene 1] verklaard dat de veroordeelde vijftien mensen op pad heeft gestuurd. Tevens acht de rechtbank van belang dat [betrokkene 1] destijds de (ex)vriendin was van de veroordeelde en zij in hetzelfde verhoor heeft verklaard ‘
zich misbruikt’te voelen.