In deze zaak hebben twee passagiers een verzoek ingediend tegen de luchtvaartmaatschappij Smart Wings, omdat zij compensatie eisten voor een gemiste aansluitende vlucht als gevolg van een vertraagde vlucht van Samara naar Praag. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst gesloten waarbij zij van Samara naar Praag en vervolgens van Praag naar Amsterdam zouden worden vervoerd. De vlucht van Samara naar Praag was vertraagd, waardoor de passagiers hun aansluitende vlucht naar Amsterdam misten. Ze boekten zelf een vervangende vlucht en arriveerden met een vertraging van meer dan 11 uur op hun eindbestemming.
De passagiers vroegen compensatie op basis van de Europese Verordening 261/2004 en het Verdrag van Montreal, maar de vervoerder betwistte de verschuldigdheid van deze compensatie. De kantonrechter oordeelde dat de passagiers onvoldoende bewijs hadden geleverd dat de vertraging van de eerste vlucht de reden was voor het missen van de aansluitende vlucht. De vervoerder had aangetoond dat de overstaptijd in Praag langer was dan gepland en dat de passagiers op de hoogte hadden moeten zijn van de gewijzigde vertrektijd van hun aansluitende vlucht.
De kantonrechter concludeerde dat de passagiers niet tijdig bij de gate waren en dat het ongemak dat zij hadden ervaren voor hun eigen rekening kwam. De vordering tot compensatie werd afgewezen, evenals de verzoeken om restitutie van de vliegtickets en vergoeding van extra kosten. De proceskosten werden toegewezen aan de vervoerder, omdat de passagiers ongelijk kregen in hun verzoek.