Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1]
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Ik ga ervan uit dat uw cliënt die korting in mindering brengt op de factuur… en de kapotte tegels vervangt binnen 14 dagen na dagtekening van deze mail. … Indien uw cliënt daar niet mee akkoord gaat en wenst te dagvaarden…”
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
(“ik betaal niet voordat het is opgelost”)en het hiervoor onder de feiten aangehaalde bericht van de gemachtigde van [gedaagden] van 23 november 2021 is daaraan niet voldaan. In deze e-mail wordt immers onterecht de voorwaarde gesteld dat de korting wordt verleend en ontbreekt een aansprakelijkstelling. De situatie dat het verzuim zonder ingebrekestelling is ingetreden, omdat [gedaagden] uit een mededeling van [eiser] mocht afleiden dat hij zal tekortschieten in het herstel van de gebreken doet zich ook niet voor. [eiser] heeft immers een aanbod inhoudende een korting en herstel gedaan dat door [gedaagden] niet is aanvaard. Het voorgaande leidt ertoe dat geen sprake is van verzuim. [eiser] is dan niet schadeplichtig. De door [gedaagden] gestelde schade komt dus niet voor verrekening met de factuur van [eiser] in aanmerking.