Op 7 oktober 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een kapvergunning voor het kappen van bomen op een perceel in Wieringerwerf. De verzoekers, bewoners van de omgeving, hebben bezwaar gemaakt tegen de verleende omgevingsvergunning en vroegen om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster 6 niet-ontvankelijk is in haar verzoek, omdat zij niet tijdig bezwaar heeft gemaakt. Verzoekster 5, die als gemachtigde optreedt voor de andere verzoekers, is ook niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. De verzoekers 1 tot en met 4 zijn echter wel als belanghebbenden erkend, omdat zij op geringe afstand van de bomen wonen en zicht hebben op de te kappen bomen.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van de verzoekers zwaarder laten wegen dan die van de gemeente, omdat het kappen van de bomen onomkeerbare gevolgen zou hebben. De voorzieningenrechter heeft daarom de kapvergunning geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens is bepaald dat de gemeente het griffierecht en proceskosten aan de verzoekers moet vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van de betrokkenheid van belanghebbenden in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak om tijdig bezwaar te maken.