Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten (telkens)
- het tongzoenen met voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- het brengen en/of houden en/of bewegen van zijn, verdachtes penis in de mond van voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- het brengen en/of houden en/of bewegen van zijn, verdachtes vinger(s) in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- het brengen en/of houden en/of bewegen van zijn, verdachtes penis in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] ;
- het knijpen in, althans het betasten van de ontblote borsten van voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- het betasten van de vagina van voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- het brengen van en/of houden van en/of bewegen met zijn, verdachtes vinger(s) in de vagina van voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- het brengen van en/of houden van en/of bewegen van zijn, verdachtes penis, in de vagina van voornoemde [slachtoffer 2] ;
(aanvullend pv p. 3, video 2. [bestandsnaam]
(aanvullend pv p. 3. Video 1. [bestandsnaam]
(aanvullend pv p. 4, video 3. [bestandsnaam]
2.Voorvragen
3.Beoordeling bewijs
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 16 september 2020 (dossierpagina 27 tot en met 53);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 1] van 27 november 2020 (dossierpagina 75 tot en met 93);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (beschrijving kinderporno grafisch materiaal) van 19 mei 2021 (aanvullend proces-verbaal, dossierpagina 1 tot en met 4);
- een schriftelijk bescheid, te weten een akte van geboorte van [slachtoffer 1] van 2 december 2020 (dossierpagina 116, bestaande uit 2 pagina’s).
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 25 november 2020 (dossierpagina 150 tot en met 158);
- een schriftelijk bescheid, te weten een akte van geboorte van [slachtoffer 2] van 7 december 2020 (dossierpagina 162, bestaande uit 4 pagina’s).
- het tongzoenen met voornoemde [slachtoffer 1] en
- het brengen en houden en bewegen van zijn, verdachtes penis in de mond van voornoemde [slachtoffer 1] en
- het brengen en houden en bewegen van zijn, verdachtes vinger(s) in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] en
- het brengen en houden en bewegen van zijn, verdachtes penis in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] ;
- het betasten van de vagina van voornoemde [slachtoffer 2] en
- het brengen van en houden van en bewegen met zijn, verdachtes vinger(s) in de vagina van voornoemde [slachtoffer 2] en
- het brengen van en houden van en bewegen van zijn, verdachtes penis, in de vagina van voornoemde [slachtoffer 2] ;
(aanvullend pv p. 3, video 2. [bestandsnaam]
(aanvullend pv p. 3. Video 1. [bestandsnaam]
(aanvullend pv p. 4, video 3. [bestandsnaam]
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sancties
7.Onttrekking aan het verkeer
8. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
9.Vorderingen benadeelde partijen
€ 5.271,38,
€ 17.500,-ingediend Dit betrof immateriële schade die zij als gevolg van het onder 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
DRIEHONDERDZESTIG (360) DAGEN.
driehonderd éénentwintig (321) dagen,
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
twee jaren.
Amsterdam;
TWEEHONDERDVEERTIG (240) uren taakstrafdie bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door
honderdtwintig (120) dagenhechtenis.
- een telefoontoestel van het merk Samsung (goednummer 1203625);
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 5.271,38, bestaande uit € 271,38 als vergoeding voor de materiële en € 5.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 april 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 5.271,38, en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. Bepaalt de duur van de gijzeling op maximaal
61 dagenindien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 Sv niet mogelijk blijkt.