Uitspraak
Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
€ 25.000,00 en de proceskosten, alles vermeerderd met de wettelijke handelsrente.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de franchisenemer, aangeduid als [eiseres], een vordering ingesteld tegen haar franchisegever, Mom in Balance Franchise B.V., met betrekking tot een vermeende overeenkomst tot koop/overname van haar franchisevestiging. De franchisenemer vorderde betaling van € 25.000,00, stellende dat er een overeenkomst tot stand was gekomen. De franchisegever betwistte dit en stelde een tegenvordering in voor verbeurde contractuele boetes, omdat de franchisenemer zich niet aan de voorwaarden van de franchiseovereenkomst had gehouden.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen, omdat de franchisenemer het aanbod van de franchisegever niet tijdig heeft aanvaard. De vordering van de franchisenemer is afgewezen. In reconventie heeft de kantonrechter de tegenvordering van de franchisegever toegewezen, waarbij de franchisenemer is veroordeeld tot betaling van € 60.872,37 aan verbeurde boetes en openstaande facturen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de franchisenemer in strijd met het concurrentiebeding heeft gehandeld en haar verplichtingen uit de franchiseovereenkomst niet is nagekomen.
De proceskosten zijn voor rekening van de franchisenemer, die in het ongelijk is gesteld. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de proceskosten toegewezen, maar geen aanleiding gezien voor een integrale vergoeding van de proceskosten, omdat er geen sprake was van misbruik van procesrecht. De uitspraak is gedaan door de kantonrechter J.A.M. Jansen op 21 september 2022.