ECLI:NL:RBNHO:2022:8754

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 oktober 2022
Publicatiedatum
3 oktober 2022
Zaaknummer
C/15/315102 / HA ZA 21-192
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van vergoeding uit bemiddelingsovereenkomst tussen uitzendorganisatie en hoveniersbedrijf

In deze civiele zaak vordert de besloten vennootschap EMINENT TECHNIEK B.V. (hierna: Eminent) van FARWICK TUINAANLEG B.V. (hierna: Farwick) een vergoeding van € 24.321,00, die volgens Eminent verschuldigd is op basis van een bemiddelingsovereenkomst. De zaak betreft een geschil over de vraag of er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen Eminent en Farwick na een kennismakingsgesprek met een door Eminent voorgedragen kandidaat. Eminent stelt dat door het aangaan van dit gesprek een wilsverklaring tot aanvaarding van een aanbod is gedaan, terwijl Farwick dit betwist. De rechtbank oordeelt dat het enkele aangaan van een gesprek niet kwalificeert als een wilsverklaring tot aanvaarding van een aanbod, omdat er geen wilsovereenstemming is bereikt over de voorwaarden. De rechtbank wijst de vordering van Eminent af en veroordeelt Eminent in de proceskosten van Farwick, die zijn vastgesteld op € 3.518,00. De uitspraak is gedaan op 5 oktober 2022.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/315102 / HA ZA 21-192
Vonnis van 5 oktober 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EMINENT TECHNIEK B.V.,
te Apeldoorn,
eisende partij,
hierna te noemen: Eminent,
advocaat: mr. D. Maats te Utrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FARWICK TUINAANLEG B.V.,
te Enschede,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Farwick,
advocaat: mr. S. Erkel te Enschede.
De zaak in het kort
Eminent is een uitzendorganisatie voor technisch personeel. Farwick exploiteert een hoveniersbedrijf. Eminent heeft Farwick per e-mail voorgesteld een kandidaat voor de functie van allround hovenier uit te nodigen voor een kennismakingsgesprek. Nadat Farwick de kandidaat heeft uitgenodigd, stelt Eminent dat daardoor tussen haar en Farwick een bemiddelingsovereenkomst is ontstaan, waarop de algemene voorwaarden van Eminent van toepassing zijn. Doordat Farwick dezelfde kandidaat via een ander uitzendbureau inleent, is zij volgens Eminent een vergoeding aan Eminent verschuldigd geraakt. Farwick is het daar niet mee eens, en weigert te betalen. In deze procedure vordert Eminent Farwick te veroordelen de vergoeding aan Eminent te betalen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 november 2021
- de mondelinge behandeling van 30 augustus 2022, waar zijn verschenen:
[betrokkene 1], directeur / eigenaar van Eminent, met mr. D. Maats voornoemd
[betrokkene 2], bestuurder van Farwick, met mr. S. Erkel voornoemd
- de zittingsaantekeningen van de griffier
- de pleitnota van mr. Maats
- de pleitnota van mr. Erkel.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 17 februari 2020 heeft [betrokkene 3], adviseur civiele techniek bij Eminent (hierna: [betrokkene 3]) aan [betrokkene 4], projectleider bij Farwick (hierna: [betrokkene 4]) een e-mail gestuurd met als onderwerp ‘Allround hovenier beschikbaar | Eminent’. In de e-mail staat het volgende:
“(…)
Hierbij ontvang je het profiel van [betrokkene 5] (27 jaar) uit [plaats], waarvoor wij uitkijken naar een nieuwe uitdaging. (…)
Ik hoor graag van je of jullie [betrokkene 5] willen uitnodigen voor een persoonlijke kennismaking.
(…)”
2.2.
Onder de afsluitende contactgegevens van de e-mail staat (in kleinere letter en met een lichtere kleur) de volgende disclaimer.:
“De informatie verzonden met dit e-mail bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. De inhoud van deze e-mail en eventuele bijlagen kan informatie bevatten die voorbehouden is aan de beoogde ontvanger. Openbaarmaking, vermenigvuldiging, verspreiding en/of verstrekking van deze informatie aan derden is niet toegestaan. Eminent Group BV, Eminent Techniek BV, Eminent Bouw en Civiel BV, Eminent Projecten BV en Eminent Ingenieurs BV, hierna te noemen Eminent, aanvaardt generlei aansprakelijkheid voor onjuiste, onvolledige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mail bericht, noch voor daarbij overgebrachte virussen. Eminent attendeert u erop dat de vertrouwelijkheid van informatie verzonden per email niet gewaarborgd is. Op alle aanbiedingen/opdrachten/overeenkomsten zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Als u een gesprek aangaat met een door Eminent voorgestelde kandidaat erkent u uitdrukkelijk een zoekopdracht aan ons te hebben verstrekt en accepteert u tevens de algemene voorwaarden van Eminent. Als u deze e-mail per abuis heeft ontvangen verzoeken wij u ons telefonisch of per e-mail te waarschuwen en deze e-mail te verwijderen.”
2.3.
Met de e-mail van 17 februari 2020 heeft Eminent als bijlage het cv van [betrokkene 5] aan Farwick gestuurd. Het cv sluit af met de volgende tekst:
“(…)
Algemene voorwaarden
Op alle aanbieden van en opdrachten en overeenkomsten met Eminent zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Als u een gesprek aangaat met een door Eminent aangedragen kandidaat, erkent u uitdrukkelijk een zoekopdracht aan ons te hebben verstrekt en accepteert u tevens de algemene voorwaarden van Eminent, waarin onder meer een verplichting is opgenomen tot betaling van een vergoeding indien de door Eminent aangedragen kandidaat (direct, indirect of als zzp’er) werkzaamheden bij/voor u gaat verrichten.
(…)”
2.4.
In artikel 6.7 van de algemene voorwaarden van Eminent staat het volgende:
“Indien een Aspirant (detacherings)medewerker, Detacheringsmedewerker en/of Zzp’er door tussenkomst van Eminent aan de mogelijke Opdrachtgever is aangedragen en deze mogelijke Opdrachtgever rechtstreeks dan wel via derden met die Aspirant (detacherings)medewerker, Detacheringsmedewerker en/of Zzp’er binnen twaalf maanden nadat die Aspirant (detacherings)medewerker, Detacheringsmedewerker en/of Zzp’er is voorgesteld, een arbeidsverhouding aangaat voor dezelfde of een andere functie, is deze Opdrachtgever aan Eminent een vergoeding verschuldigd ter hoogte van 30% van het (Opdrachtgevers)tarief dat door Eminent in rekening zou zijn gebracht voor de werkzaamheden van de Aspirant (detacherings)medewerker, Detacheringsmedewerker en/of Zzp’er als deze via Eminent werkzaamheden zou hebben verricht voor de Opdrachtgever en wel voor de duur van 2000 uur, met als minimumvergoeding een bedrag van € 15.000,--. De Opdrachtgever is deze vergoeding altijd verschuldigd indien de Aspirant (detacherings)medewerker, Detacheringsmedewerker en/of Zzp’er door Eminent is aangedragen bij de Opdrachtgever. Of de Opdrachtgever de Aspirant (detacherings)medewerker, Detacheringsmedewerker en/of Zzp’er al direct of indirect (uit welke hoedanigheid dan ook) kende, doet ten aanzien van de vergoedingsplicht als bedoeld in dit artikel niet ter zake.
(…)”
2.5.
[betrokkene 4] heeft [betrokkene 3] op 18 februari 2020 geschreven dat Farwick in eerste instantie wel geïnteresseerd is in [betrokkene 5]. Daarbij vraagt [betrokkene 4] aan [betrokkene 3] ook om het tarief van Eminent op te geven. In reactie hierop heeft [betrokkene 3] laten weten dat hij voorafgaand van het gesprek met [betrokkene 5] bij Farwick zal langskomen om kennis te maken en de dienstverlening van Eminent uit te leggen.
2.6.
[betrokkene 5] is op maandag 24 februari 2020 op gesprek geweest bij Farwick. Het kennismakingsgesprek tussen [betrokkene 3] en [betrokkene 4] heeft pas daarna plaatsgevonden, op donderdag 27 februari 2020. [betrokkene 3] heeft diezelfde dag de volgende e-mail gestuurd aan [betrokkene 4] :
“(…)
Goedemiddag [betrokkene 4]Bedankt voor de prettige kennismaking van zojuist.Zoals besproken ontvang je hierbij een voorstel omtrent kandidaat [betrokkene 5].
Optie 1:
Uurtarief: € 33,07Overname volgt na: 1000 uur (ca 6 maanden)Afkoop: € 2.500,00
Optie 2:
Eenmalige W&S fee: € 5.000
(Betaling in twee termijnen , eerste betaling bij aanvang en de tweede na 3 maanden)Dit is de maximale rek die ik eruit kan halen, dan hanteer ik al minder dan de minimale marge.
[betrokkene 5] heeft geen andere gesprekken lopen en zou ontzettend graag bij jullie aan de slag gaan, om zich vanuit daar verder te ontwikkelen.
Wij gunnen hem deze mooie kans ook van harte, dus laten we voor het weekend nog even contact hebben.
(…)”
2.7.
[betrokkene 4] heeft op 28 februari 2020 aan [betrokkene 3] laten weten niet door te gaan met [betrokkene 5] omdat Eminent en Farwick financieel te ver uit elkaar liggen.
2.8.
Farwick heeft op 13 maart 2020 met uitzendbureau Prima Personeel een inleenovereenkomst gesloten, op basis waarvan [betrokkene 5] op 16 maart 2020 bij Farwick is gestart als hovenier.
2.9.
Eminent heeft eind mei 2020 aan de hand van foto’s op de website van Farwick geconstateerd dat [betrokkene 5] bij Farwick aan het werk was.
2.10.
Bij brief van 5 oktober 2020 heeft Eminent aanspraak gemaakt op de afkoopvergoeding van artikel 6.7 van de algemene voorwaarden. Eminent heeft de vergoeding overeenkomstig één van de op 27 februari 2020 opgegeven tarieven berekend op € 24.321,00.
2.11.
Farwick heeft Eminent op 15 oktober 2020 laten weten dat Farwick de factuur van € 24.321,00 niet zal betalen.

3.Het geschil

3.1.
Eminent vordert - samengevat - veroordeling van Farwick tot betaling van € 24.321,00, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten, rente en de proceskosten.
3.2.
Eminent legt aan de vordering ten grondslag dat in de e-mail van [betrokkene 3] van 17 februari 2020 het aanbod ligt besloten om via bemiddeling een geschikte kandidaat te vinden voor een functie bij Farwick. In de e-mail en in het meegestuurde cv van [betrokkene 5] is Farwick erop gewezen dat het aangaan van een gesprek met een voorgedragen kandidaat de erkenning inhoudt van een zoekopdracht, en de aanvaarding van de algemene voorwaarden van Eminent. Hieruit volgt dat met het aangaan van het gesprek met [betrokkene 5] op 24 februari 2020 dus een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen tussen Eminent en Farwick. Op grond van de artikel 6.7 op de overeenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaarden komt Eminent een vergoeding toe als de opdrachtgever binnen 12 maanden de voorgedragen kandidaat in dienst neemt, of via derden voor zich laat werken. Farwick heeft [betrokkene 5] binnen 12 maanden na het verstrekken van de opdracht ingeleend via Prima Personeel. Op grond van artikel 6.7 Farwick is daarom een vergoeding aan Eminent verschuldigd van € 24.321,00 (30% van € 33,50 x 2000 uur +btw). Verder dient Farwick € 3.648,15 (15% x € 24.321,00) voor buitengerechtelijke kosten aan Eminent te voldoen
3.3.
Farwick voert verweer. Farwick concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Eminent, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Eminent, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Eminent in de kosten van deze procedure, waaronder de nakosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Beslissend in deze zaak is het antwoord op de vraag of tussen Eminent en Farwick een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen doordat Farwick naar aanleiding van de email van [betrokkene 3] van 17 februari 2020 met [betrokkene 5] een gesprek is aangegaan.
toetsingskader
4.2.
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en aanvaarding van het aanbod (artikel 6:217 BW). Daarbij moet tussen partijen sprake zijn van wilsovereenstemming. Of sprake is geweest van wilsovereenstemming wordt bepaald aan de hand van de verklaringen en gedragingen van partijen naar elkaar, en wat zij in dat kader van elkaar konden verwachten.
Wilsovereenstemming?
4.3.
Eminent heeft niet betwist dat zij ongevraagd en op eigen initiatief contact met Farwick heeft gezocht op een moment dat Farwick geen openstaande vacatures had. In de verkennende e-mail van 17 februari 2020 schrijft [betrokkene 3] dat Eminent voor [betrokkene 5] uitkijkt naar een nieuwe uitdaging, met het verzoek om [betrokkene 5] uit te nodigen voor een persoonlijke kennismaking. Het is op dat moment dus Eminent die op zoek is naar een passende baan voor [betrokkene 5], en niet Farwick die op zoek is naar personeel. In de disclaimer staat (zij het zorgvuldig verstopt tussen andere mededelingen die bij dit soort disclaimers gebruikelijk zijn) dat het aangaan van een gesprek met een voorgedragen kandidaat de erkenning inhoudt van een zoekopdracht en aanvaarding van de algemene voorwaarden van Eminent, maar onder deze omstandigheden had het op de weg van Eminent gelegen Farwick er nadrukkelijk op te wijzen dat een gesprek met [betrokkene 5] voor Farwick niet vrijblijvend zou zijn omdat dit zou leiden tot een definitieve overeenkomst met Eminent.
4.4.
De onderhavige zaak wijkt op een essentieel onderdeel af van de casus waarover het arrest van het gerechtshof Amsterdam [1] handelde en waarnaar Eminent, die ook in die zaak de eisende partij was, verwijst. Anders dan in dat arrest, wat daar verder van zij, gaat het hier om een eerste kennismakingsgesprek tussen Farwick en [betrokkene 5] zonder dat tevoren ook maar enige afspraak was gemaakt over de verregaande consequenties die een dergelijk vrijblijvend gesprek voor Farwick zou kunnen hebben. Het eerste gesprek tussen Eminent en Farwick waarin de voorwaarden werden besproken had toen nog niet plaatsgehad en kort nadat dat wel was gebeurd liet Farwick weten geen belangstelling te hebben voor de aangedragen kandidaat omdat het tarief te hoog lag. De rechtbank is van oordeel dat dit enkele aangaan van een gesprek met [betrokkene 5] niet kwalificeert als een wilsverklaring van Farwick tot aanvaarding van een aanbod van Eminent. Dit zou anders kunnen liggen als deze handelwijze gebruikelijk is in de branche waarin Eminent actief is, zoals Eminent stelt. De rechtbank gaat echter hieraan voorbij omdat Eminent deze stelling niet heeft onderbouwd.
4.5.
In reactie op de e-mail van [betrokkene 3] van 17 februari 2020 heeft [betrokkene 4] op 18 februari 2022 geantwoord dat Farwick wel in [betrokkene 5] was geïnteresseerd, met een verzoek om het tarief op te geven dat Eminent hanteert. In zijn e-mail van 18 februari 2020 kondigt [betrokkene 3] vervolgens aan dat hij voorafgaand aan het met [betrokkene 5] te voeren gesprek bij Farwick zal langskomen om de dienstverlening van Eminent te bespreken. In zijn e-mail gaat [betrokkene 3] niet in op het verzoek van [betrokkene 4] om een tariefopgave.
4.6.
Het gesprek met [betrokkene 5] vond plaats op 24 februari 2020. Op dat moment bestond geen overeenstemming over het te hanteren tarief. Het gesprek tussen [betrokkene 3] en [betrokkene 4] volgde pas daarna, op 27 februari 2020. Diezelfde dag heeft [betrokkene 3] aan [betrokkene 4] alsnog de tarieven voor het inlenen of in dienstneming van [betrokkene 5] aan Farwick opgegeven. [betrokkene 4] heeft [betrokkene 3] op 28 februari 2020 telefonisch doorgegeven dat Eminent en Farwick te ver financieel uit elkaar zitten. Daarmee heeft [betrokkene 4] feitelijk dit voor de eerste maal gedane aanbod van Eminent van de hand gewezen. Omdat daarna de onderhandelingen tussen partijen zijn gestaakt, is de rechtbank van oordeel dat tussen partijen geen overeenkomst tot arbeidsbemiddeling tot stand is gekomen. Hieruit volgt dat Farwick niet is gebonden aan de algemene voorwaarden van Eminent, zodat Eminent ten onrechte aanspraak maakt op de afkoopvergoeding van artikel 6.7 van die voorwaarden.
Conclusie en proceskosten
4.7.
De conclusie is dat de vordering zal worden afgewezen. Ten overvloede wordt nog overwogen dat de vordering, ingeval van een andersluidend oordeel over de wilsovereenstemming tussen partijen, zou zijn afgestuit op de wanverhouding tussen de gevorderde afkoopsom en de door Eminent op 27 februari 2020 nog door Eminent voorgestelde “W&S fee” van € 5.000,-.
4.8.
Eminent is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Farwick als volgt vastgesteld:
- griffierecht
2.076,00
- salaris advocaat
1.442,00
(2,00 punten × € 721,00)
Totaal
3.518,00
4.9.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van Eminent af,
5.2.
veroordeelt Eminent in de proceskosten, aan de zijde van Farwick tot dit vonnis vastgesteld op € 3.518,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Eminent in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 163,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 85,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Eminent niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.S. Röell en in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2022.