ECLI:NL:RBNHO:2022:8604

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 september 2022
Publicatiedatum
28 september 2022
Zaaknummer
C/15/329539
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 september 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van een machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers, die de minderjarige onder toezicht heeft gesteld. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, die sinds mei 2022 in een gesloten setting verblijft, niet meer thuis hoort in de gesloten jeugdzorg en dat er een dringende noodzaak is voor doorstroming naar een open groep. Echter, er is momenteel geen passende plek beschikbaar, wat leidt tot een gebrek aan perspectief voor de minderjarige.

Tijdens de zitting is gebleken dat de minderjarige, bijgestaan door haar advocaat, zich verzet tegen de verlenging van de gesloten plaatsing en heeft aangegeven dat zij wil doorstromen naar een open groep. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten plaatsing erkend, maar ook de bezorgdheid over het welzijn van de minderjarige. De kinderrechter heeft besloten de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te verlengen voor de duur van twee weken, tot 18 september 2022, om de GI en de betrokken instellingen de tijd te geven om een passend vervolgplan op te stellen. Het verzoek voor het overige is afgewezen.

De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat de minderjarige zo snel mogelijk wordt overgeplaatst naar een open groep, waar zij kan werken aan haar ontwikkeling en de mogelijkheid tot terugplaatsing bij haar moeder kan worden onderzocht. De kinderrechter heeft de GI en de betrokken instellingen aangespoord om hun best te doen om deze overplaatsing te realiseren binnen de gestelde termijn.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Alkmaar
Zaaknummer: C/15/329539 / JU RK 22-1013
Datum uitspraak: 1 september 2022
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
hierna te noemen: [de minderjarige] ,
advocaat: mr. M.R. Ploeger, kantoorhoudende te Schagen.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [plaats] .

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 30 juni 2022;
  • het verzoek, met bijlagen, van de GI van 1 juli 2022, ingekomen bij de griffie op 1 juli 2022.
  • de instemmende verklaring op basis van de stukken van 1 juli 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
  • de instemmende verklaring van 4 juli 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
  • de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 7 juli 2022;
  • het bericht, met bijlagen, van de GI van 23 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op 23 augustus 2022;
  • de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 24 augustus 2022.
1.2.
Op 1 september 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting bij [verblijfplaats] , locatie [locatie] , te [plaats] (hierna te noemen: [verblijfplaats] ) met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
  • [de minderjarige] , bijgestaan door mr. M.R. Ploeger;
  • de moeder;
  • [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI, vergezeld door een collega;
  • [gedragswetenschapper] , gedragswetenschapper bij [verblijfplaats] ;
  • [mentor] , de mentor van [de minderjarige] bij [verblijfplaats] .
1.3.
[de minderjarige] heeft voorafgaand aan de zitting, in het bijzijn van haar advocaat, ook apart met de kinderrechter gesproken.
1.4.
De vader is niet op de zitting verschenen.

2.De feiten

2.1.
Het ouderlijk gezag over [de minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
2.2.
Bij beschikking van 13 november 2020 is [de minderjarige] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst bij beschikking van 19 november 2022, en loopt nog tot 23 oktober 2022.
2.3.
Bij beschikking van 19 november 2021 is een machtiging tot uithuisplaatsing voor verblijf in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verleend voor [de minderjarige] voor de duur van zes maanden, te weten tot 19 mei 2022.
2.4.
Bij beschikking van 23 december 2021 is het verblijf in een accommodatie jeugdhulpaanbieder omgezet in een gesloten plaatsing en is er een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken. De machtiging gesloten jeugdhulp is hierna telkens verlengd, voor het laatst bij beschikking van 2 juni 2022, tot 1 juli 2022.
2.5.
Bij beschikking van 7 juli 2022 heeft de kinderrechter opnieuw een machtiging gesloten jeugdhulp (na spoedverzoek voor een verlenging van drie maanden) verleend voor [de minderjarige] tot 28 augustus 2022. Deze machtiging is, vanwege het niet tijdig indienen van een verzoek tot verlenging waardoor het niet mogelijk was [de minderjarige] hierop te horen, bij beschikking van 24 augustus 2022 ambtshalve verlengd tot 4 september 2022. De beslissing op het meer verzochte is aangehouden.
2.6.
[de minderjarige] verblijft op dit moment op grond van laatstgenoemde machtiging bij [verblijfplaats] .

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de machtiging gesloten jeugdhulp voor [de minderjarige] te verlengen voor de resterende duur van twee maanden.
3.2.
De GI heeft dit verzoek als volgt toegelicht. Er wordt door de GI nog steeds ingezet op plaatsing van [de minderjarige] op een behandelgroep. [de minderjarige] is aangemeld bij zowel Kenter als Levvel. Kenter heeft [de minderjarige] inmiddels aangenomen en zij staat op de wachtlijst tot er plek is. De gemeente is in overleg over de financiering van deze plek. Aangezien er op dit moment een groot veiligheidsrisico is voor [de minderjarige] , acht de GI het noodzakelijk dat in de tussentijd de machtiging gesloten jeugdhulp wordt verlengd. Op 8 augustus is [de minderjarige] weggelopen tijdens haar verlof en pas op 15 augustus weer aangetroffen. Zij zat toen bij haar vriend op zolder verstopt onder kleding. Van andere jongeren op de groep heeft [verblijfplaats] begrepen dat [de minderjarige] opnieuw plannen aan het maken is om weg te lopen, mogelijk naar het buitenland. [de minderjarige] laat hiermee zien dan zij geen verantwoordelijkheid neemt voor haar eigen leertraject en ontwikkeling. De GI acht de kans zeer groot dat [de minderjarige] zich vanuit een open setting zal onttrekken en haar behandeling bij Kenter niet zal aangaan. Daarnaast heeft [de minderjarige] haar doelen binnen de gesloten setting nog niet behaald en is het belangrijk dat zij hieraan blijft werken. Het is noodzakelijk dat de EMDR-therapie vanuit [verblijfplaats] wordt gecontinueerd en dat er wordt ingezet op verbetering van het contact tussen [de minderjarige] en haar ouders. [de minderjarige] heeft aangegeven dat zij graag op verlof wil naar haar moeder, aangezien hun band nu beter is. Zij wil niet meer naar haar vader. Er dient zicht te komen op de contacten van [de minderjarige] , zodat er een veiligheidsinschatting kan worden gemaakt.
3.3.
De gezinsvoogd heeft hier ter zitting aan toegevoegd dat zij de zaak heeft overgenomen van een collega en [de minderjarige] zelf nog niet heeft gesproken. Het is haar wel duidelijk dat een gesloten setting niet de juiste plek is voor [de minderjarige] en juist contra productief werkt. Het is daarom van groot belang dat [de minderjarige] zo snel mogelijk wordt overgeplaatst naar Kenter of naar een open groep gaat. De gezinsvoogd heeft de afgelopen periode meerdere malen contact opgenomen met Kenter, maar geen duidelijkheid gekregen wanneer [de minderjarige] hier geplaatst kan worden. Nu dit niet op korte termijn lijkt te kunnen gebeuren, is de gezinsvoogd van mening dat Kenter op dit moment geen reële optie. De gezinsvoogd vindt het noodzakelijk dat er op zeer korte termijn een nieuw plan wordt gemaakt. Ter zitting heeft [de minderjarige] met haar advocaat verzocht om overplaatsing naar de open groep van [verblijfplaats] , [open groep] . De gezinsvoogd wil graag de komende week samen met [verblijfplaats] om de tafel om te bespreken of, en zo ja onder welke voorwaarden, [de minderjarige] hier geplaatst kan worden.

4.De standpunten

[de minderjarige]
4.1.
heeft aangegeven dat zij het niet eens is met het verzoek van de GI. Zij wil weg van de gesloten groep. Na haar laatste wegloop incident heeft [de minderjarige] zich gerealiseerd dat zij zo niet verder wil en niet in instellingen wil blijven wonen. Zij wil gezinsbehandeling aangaan, zodat zij terug kan naar huis. De band met haar moeder is de afgelopen periode verbeterd en zij wil bij haar moeder en haar zusje wonen. [de minderjarige] heeft zich altijd verzet tegen gezinstherapie maar wil dit nu alsnog aangaan. In de tussentijd wil [de minderjarige] naar de open groep bij [verblijfplaats] , [open groep] . Zij denkt dat het goed is als er hier wordt gestart met het opbouwen van haar vrijheden, zodat zij hier geleidelijk aan kan wennen. Ze begrijpt en vindt het ook goed dat zij niet ineens alle vrijheid krijgt. [de minderjarige] heeft verder aangeven dat zij niet meer weg zal lopen en ook absoluut geen plannen heeft om naar het buitenland te gaan.
4.2.
Mr. Ploeger heeft namens [de minderjarige] verzocht om het verzoek van de GI af te wijzen. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat hoewel het vanaf mei al duidelijk is dat [de minderjarige] toe is aan een volgende stap en zo snel mogelijk moet doorstromen naar een open groep, zij nog steeds op de gesloten groep bij [verblijfplaats] verblijft en er nog altijd geen zicht is op een vervolgplek. De gesloten plaatsing werkt contra productief en het niet hebben van perspectief heeft ertoe geleid dat [de minderjarige] de afgelopen periode niet de juiste beslissingen heeft genomen. [de minderjarige] heeft de consequenties hiervan al ondervonden en moet hiervoor niet verder gestraft worden. Na het laatste wegloop incident is [de minderjarige] tot het besef gekomen dat zij niet langer op deze manier wil leven. Ze wil graag terug naar huis naar haar moeder en is bereid hiervoor te knokken. Zij heeft weer contact met haar moeder en deze keer zitten de moeder en [de minderjarige] op een lijn en willen zij beiden werken aan de terugkeer van [de minderjarige] naar huis en starten met gezinstherapie. Mr. Ploeger verzoekt daarom de gesloten machtiging niet te verlengen maar [de minderjarige] over te plaatsen naar [open groep] , zodat van daaruit kan worden toegewerkt naar thuisplaatsing, eventueel nog met Kenter als tussenstap.
De moeder
4.3.
De moeder heeft ter zitting aangegeven dat zij achter het plan van [de minderjarige] staat om vanuit [open groep] toe te werken naar thuisplaatsing. De moeder vindt het belangrijk voor [de minderjarige] dat er een duidelijk plan is, zodat zij weet waar zij zich aan moet houden.
De gedragswetenschapper
4.4.
De gedragswetenschapper heeft ter zitting aangevoerd dat er niet direct kan worden ingezet op terugplaatsing van [de minderjarige] bij de moeder. Hier moet eerst een goed gesprek over plaatsvinden met alle betrokkenen. Daarbij is het van belang dat het verlof van [de minderjarige] bij de moeder stap voor stap wordt uitgebreid, zodat kan worden gemonitord of dit goed verloopt. De gedragswetenschapper is van mening dat de gesloten plaatsing van [de minderjarige] niet direct beëindigd kan worden. Gezien de zorgen over [de minderjarige] was het plan dat zij naar Kenter zou gaan voor behandeling. Nu Kenter geen optie meer lijkt te zijn, moet er een nieuw plan komen. Er is in ieder geval een maand nodig om dit goed vorm te kunnen geven. Desgevraagd heeft de gedragswetenschapper bevestigd dat er inderdaad kamers beschikbaar zijn op [open groep] . Zij geeft aan dat dit echter niet betekent dat [de minderjarige] daar ook (direct) geplaatst kan worden. Het zou kunnen dan [de minderjarige] wordt afgewezen en op een crisisplek terecht komt als de gesloten machtiging niet wordt verlengd. De gedragswetenschapper verzoekt daarom de gesloten machtiging met een maand te verlengen, zodat er tijd is om de mogelijkheden te onderzoeken en in de tussentijd het verlof van [de minderjarige] bij de moeder op kunnen bouwen.
De mentor van [de minderjarige]
4.5.
De mentor van [de minderjarige] heeft aangegeven dat het voor [de minderjarige] heel belangrijk is dat er een plan komt, zodat zij weet waar zij naartoe kan werken. In mei was [de minderjarige] echt gemotiveerd, maar zij is langzamerhand haar motivatie verloren omdat er geen plan was en er niets gebeurde. De onduidelijkheid over haar perspectief is waarschijnlijk ook de reden dat [de minderjarige] de afgelopen periode onverstandige keuzes heeft gemaakt. [de minderjarige] geeft nu aan dat zij vanuit [open groep] gezinstherapie wil gaan volgen en toe wil werken naar thuisplaatsing. De mentor vindt het belangrijk dat er zo snel mogelijk een goed plan komt om dit te realiseren, aangezien er een grote kans is dat [de minderjarige] anders opnieuw terugvalt.
5. De beoordeling
5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat sinds mei van dit jaar al duidelijk is dat [de minderjarige] niet meer thuis hoort in de gesloten jeugdzorg en het in haar belang is dat zij doorstroomt naar een open groep. Helaas is er nog steeds geen passende plek voor [de minderjarige] en is hier ook nog geen enkel zicht op. De kinderrechter acht dit zeer betreurenswaardig. Kenter leek tot voor kort een optie, maar inmiddels is gebleken dat deze plek lang op zich laat wachten en er nog geen enkele duidelijkheid is wanneer [de minderjarige] hier geplaatst kan gaan worden. Het ontbreekt [de minderjarige] hierdoor aan perspectief.
5.3.
Uit de stukken en hetgeen ter zitting is besproken is ook naar voren gekomen dat feitelijk niet langer voldaan wordt aan de voorwaarden om [de minderjarige] gesloten te plaatsen. Indien het verzoek volledig zou worden afgewezen betekent dit echter dat [de minderjarige] op straat komt te staan of op een crisisplek belandt, hetgeen ook niet in haar belang is. De kinderrechter ziet zich daarom genoodzaakt om de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te verlengen voor de duur van twee weken, te weten tot 18 september 2022. De kinderrechter vertrouwt erop dat het de GI in samenwerking met [verblijfplaats] zal lukken om in de tussentijd een passend plan voor [de minderjarige] op te stellen.
Het verzoek voor het overige wordt afgewezen.
5.4.
De kinderrechter merkt hierbij nog op dat tijdens de behandeling ter zitting is gebleken dat er op de open groep bij [verblijfplaats] , [open groep] , in ieder geval bedden beschikbaar zijn en dit, gelet op alle omstandigheden, op dit moment voor [de minderjarige] eigenlijk de enige optie is. De kinderrechter gaat ervan uit dat de GI en [verblijfplaats] hun best doen om ervoor zorg te dragen dat [de minderjarige] hier binnen twee weken geplaatst kan worden om van daaruit de optie te onderzoeken om [de minderjarige] terug te plaatsen bij haar moeder. [de minderjarige] is een veertienjarig meisje en indien enigszins mogelijk verdient het de voorkeur dat zij bij haar beide ouders, althans een van hen, kan opgroeien en moet er optimaal worden ingezet op mogelijkheden om dit te bewerkstelligen.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt een machtiging om
[de minderjarige] (roepnaam: [de minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] te [plaats] , te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 18 september 2022;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
6.3.
wijst af het verzoek voor het overige.
Deze beschikking is gegeven door mr. N. Cuvelier, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.D. van Lunsen, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 september 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 september 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.