Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
3.Verzoek
4.Standpunt belanghebbenden
5.Beoordeling
6.Beslissing
[belanghebbende 2];
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 27 september 2022 uitspraak gedaan over het verzoek van een verzoekster tot herroeping van haar adoptie en wijziging van haar geboorteakte. Verzoekster, geboren in Ethiopië, heeft in 1998 een adoptie ondergaan door twee adoptieouders. Na jaren van emotionele verwaarlozing en mishandeling in het adoptiegezin, heeft verzoekster de wens geuit om de familierechtelijke band met haar adoptieouders te verbreken. Ze stelt dat deze band belastend voor haar is en dat ze recht heeft op een nieuwe start en het ontdekken van haar eigen identiteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster op het moment van indiening van haar verzoek vijfentwintig jaar oud was, en dat de termijn voor herroeping van de adoptie in beginsel niet verenigbaar is met artikel 8 lid 2 EVRM. De rechtbank oordeelt echter dat de termijn in dit geval niet noodzakelijk is voor de rechtszekerheid en dat verzoekster ontvankelijk is in haar verzoek. De rechtbank heeft de herroeping van de adoptie toegewezen, waarbij ze rekening heeft gehouden met de emotionele impact op verzoekster en haar wens om los te komen van haar verleden. Daarnaast heeft de rechtbank de zaak met betrekking tot de wijziging van de geboorteakte en voornaam van verzoekster verwezen naar de rechtbank Den Haag, omdat deze rechtbank niet bevoegd is om hierover te oordelen. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag opgedragen om een latere vermelding van de herroeping van de adoptie aan de akte toe te voegen.