Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 29 maart 2021 te Abbenes, gemeente Haarlemmermeer aan [naam slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een (steek- en/of snij)wond in/aan het linker bovenbeen, heeft toegebracht, door die [naam slachtoffer] met een mes, althans een scherp voorwerp, in dat been te steken en/of te snijden, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
1. het moment waarop de verdachte bij zijn auto staat en het slachtoffer op hem komt afgelopen met een mes en doodsbedreigingen uit, waarop de verdachte vlucht;
2. het moment waarop het slachtoffer achter de verdachte aan blijft rennen als de verdachte zijn mes toont met de bedoeling hem af te schrikken en de verdachte verder vlucht;
3. het moment waarop de verdachte merkt dat het slachtoffer hem niet langer achtervolgt en hij, de verdachte, terugloopt in de richting van zijn auto en het slachtoffer vervolgens op de Van Voorstlaan hard naar de verdachte toe rijdt en probeert de verdachte aan te rijden. De auto van het slachtoffer komt met de bestuurderszijde dicht naast de verdachte op de stoep te staan met het raampje geopend. Op dat moment is de verdachte met de centralist van 112 aan de telefoon en desgevraagd bezig met het doorgeven van het kenteken van de auto van het slachtoffer. De raadsman stelt dat de verdachte daarmee te geconcentreerd bezig was om zich te realiseren dat hij moest vluchten. Hij was geschrokken van de verschillende onverhoedse aanvallen van het slachtoffer, verkeerde daardoor in paniek en doodsangst en heeft om verdere aanvallen te voorkomen door het open raampje van het voorportier met een enkele steekbeweging het slachtoffer in zijn been gestoken.
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
- € 110,84 PCR testen
- € 200,00 toekomstige medische (reis en parkeer)kosten.
- € 432,00 vliegtickets
- € 110,84 PCR test
- € 200,00 toekomstige medische (reis en parkeer)kosten.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
26 (zesentwintig) maanden.
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
[A.]geleden schade tot een bedrag van
€ 9.042,84(zegge: negenduizend tweeënveertig euro en vierentachtig cent) bestaande uit € 542,84 als vergoeding voor de materiële schade en € 8.500,00 als vergoeding voor affectieschade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan (de bewindvoerder van) [A.] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van nabestaande [A.] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 9.042,84 (zegge: negenduizend tweeënveertig euro en vierentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
[O.]geleden schade tot een bedrag van
€ 13.765,95(zegge: dertienduizend zevenhonderdvijfenzestig euro en vijfennegentig cent) bestaande uit € 5.265,95 als vergoeding voor de materiële schade en € 8.500,00 als vergoeding voor affectieschade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [O.] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van nabestaande [O.] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 13.765,95 (zegge: dertienduizend zevenhonderdvijfenzestig euro en vijfennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
[M.]geleden schade tot een bedrag van
€ 8.500,00(zegge: achtduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor affectieschade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [M.] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [M.] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 8.500,00 (zegge: achtduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
[naam schoondochter slachtoffer]niet-ontvankelijk in de vordering.