ECLI:NL:RBNHO:2022:8476
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- J.M. Janse van Mantgem
- J.L. Roubos
- H.A. Pott Hofstede
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in een familiezakenprocedure
Op 9 juni 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een familiezakenprocedure. Het verzoek was gericht tegen mr. A.L. Diender, de rechter die de hoofdzaak behandelde. Verzoeker voelde zich niet gelijkwaardig behandeld en had het gevoel dat hij niet de kans had gekregen om zijn verhaal te doen. Hij voerde aan dat de rechter de behandeling van de zaak voortzette nadat hij de rechter had gewraakt en dat hij door een bewaker was belet de zittingszaal te verlaten.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking beoordeeld aan de hand van zowel de subjectieve als de objectieve toets. De rechtbank concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat de rechter bevooroordeeld was. De rechtbank stelde vast dat verzoeker op de zitting in de hoofdzaak voldoende gelegenheid had gekregen om zijn standpunt naar voren te brengen. De omstandigheid dat er ook over hulpverlening werd gesproken, werd niet als partijdigheid van de rechter beschouwd.
De rechtbank oordeelde dat de klachten van verzoeker over de gang van zaken in de zitting niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid. De rechtbank wees het verzoek tot wraking af en besloot dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.